Coif te Haarlem en wat er uit voortkwam In dit artikel zullen achtereenvolgens de woorden 'colt' en 'kolf' worden gebezigd. Dit is gedaan om het onder scheid aan te geven tussen twee verschillende spelen. 'Colf' zal gebruikt worden voor het openluchtspel dat van ca. 1300 tot 1700 werd gespeeld. Hierbij ging het erom een bal over een grote afstand naar een bepaald doel te slaan. 'Kolf' zal gebruikt worden voor het spel dat uit het 'colf' voortkwam en van 1700 tot heden wordt gespeeld. Hierbij werd de bal over een aanzienlijk kor tere baan gespeeld. Deze 'kolf'-banen konden overdekt zijn. De oorsprong van colf is niet precies te traceren. Het is aannemelijk dat het een combinatie is van twee nog oudere spelen namelijk 'crosse', dat ook thans nog in het gebied tussen Doornik en Bergen wordt gespeeld, en malie, dat inmiddels is uitgestorven. Het kader van dit artikel laat niet toe hier verder diep op in te gaan. Over malie zal straks nog worden gesproken. In ieder geval werd het colfspel omstreeks 1300 al ge speeld. Het bestond uit het slaan van een bal, eerst van hout, van 1450 af van leer gevuld met haar, met een houten stok, de colf. In de loop van de 15e eeuw, moge lijk zelfs eerder, zijn die colven van loden en ijzeren koppen voorzien. De ijzeren koppen zijn mogelijk af komstig geweest uit in de Borinage liggende steden als Doornik en Bergen. Het ging er bij het spel om in zo weinig mogelijk slagen de bal van het ene naar het andere vastgestelde punt te slaan. In het begin hebben hiervoor gebouwen gediend, die kon men op een af stand goed zien. Het doel was dan een deur van dat gebouw. Later hebben bomen deze functie overgeno men en nog later gebruikte men paaltjes. Het spel werd in de herfst, de winter en het vroege voorjaar gespeeld, aangezien men op de dan kale velden en wegen de nogal kleine ballen gemakkelijker terug kon vinden dan in de zomer. De eerste traceerbare partij vond waar schijnlijk plaats te Loenen aan de Vecht op 26 december 1297. Er waren vier 'banen', elk met als einddoel een deur van een gebouw. De totale afstand tussen die ge bouwen mat 4500 meter. Naast het spelen over een bepaalde afstand in het minste aantal slagen, kende men een spelvorm waarbij het erom ging in een vast aantal slagen de grootst mogelijke afstand te over bruggen. De ballen waren glad en de stokken vrij primitief. Hier door hadden de ballen een neiging tot 'zeilen' en kwa men dan elders terecht dan de spelers hadden bedoeld. 43 S.J.H. VAN HENGEL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 45