gers zich moesten laten registreren. Op 31 augustus werd een brief van de Agent van Oorlog ontvangen. De burgers E. de Pineda en W.C. Dompseler waren aange steld om de onderdelen van de Gewapende Burger macht, die te Haarlem zouden worden verzameld, in bataljons en halve brigades in te delen. Diezelfde dag kondigde het Departement van de Rijn aan, dat Utrecht se burgers naar Haarlem onderweg waren en op 1 sep tember kwam een compagnie uit Arnhem, s. schama schrijft in zijn Patriots and Liberators, dat die burger troepen zich onder Daendels goed hebben gedragen, a albers, De huzaren van Castricum, doet er het zwijgen toe en uit de beschikbare archiefbronnen in het Ge meentearchief in Haarlem krijgt men de indruk, dat de Gewapende Burgermacht zich in Haarlem liet kleden, misschien een geweer geven, om daarna in de stad goede sier te gaan maken. De burgerij begon dan ook al gauw ontevreden te wor den en liet dat duidelijk merken. Daarom besloot de Municipaliteit een voorschrift over de rechten en ver plichtingen van de kwartiergever op te stellen. Het is gedateerd 11 september en begon als volgt: 'De Munici paliteit der stad Haarlem, door haare commissie van inkwartiering geïnformeerd zijnde dat dezelve van tijd tot tijd veele onaangenaamheden ondervindft] door de bezorging der inkwartiering voor zodanige burgers en inwooners, welke niet verkiezen dezelve aan hunne hui zen te ontvangen, heeft op voordragt van dezelve com missie, na deliberatie goedgevonden en verstaan Bepaald werd, dat burgers andere inwoners konden aanwijzen, die tegen betaling hunnerzijds, bereid waren wel inkwartiering te aanvaarden. Zij, die onder valse voorwendsels poogden zich aan de last der inkwartie ring te onttrekken, zouden met 25,-worden beboet, welk bedrag in de armenkas zou worden gestort. Maar dit voorschrift kon de ontevredenheid der burgerij niet verminderen. Daarom schreef de Municipaliteit een brief aan de Agent van Oorlog waarin hevig tegen de voortgaande inkwartiering werd geprotesteerd. Haar lem had al genoeg last van het Bataafse en Franse leger dat door de stad naar het front trok. Op deze bezwaren antwoordde de Agent, dat de geformeerde bataljons weer zouden vertrekken en de Municipaliteit met de commissarissen De Pineda en Dompseler kon overleg gen, de troepen in de omstreken der stad onder te bren gen. Toen de 18e was gebleken dat overleg plegen niet tot 60

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 62