bleven wachten tot de dieren werden opgehaald. In enkele gevallen moest zelfs geweld worden gebruikt. Het weer was in het najaar 1799 ongunstig. De gevor derde paarden, die constant voor de wagens bleven ingespannen, leden onder het gure, natte weer, waar door vele ziek werden. Bovendien werden zij slecht verzorgd. Er waren voerlieden die de ontvangen biljet ten, waarop veevoeder kon worden verkregen, verkoch ten en hun dieren zelfs niet drenkten. Er vallen verhalen te lezen over paarden die aan houten banken of aan het schors der bomen knaagden en de regendruppels van de grond likten. Verschillende paarden zijn dan ook gestorven. Om te trachten een einde aan deze ellende te maken, werd op 29 augustus besloten de stadsomroe per rond te zenden met de boodschap, dat de bezitters van stallen zich moesten aanmelden. Het Departementaal Bestuur van Texel had de neven departementen van de Amstel en van de Delf verzocht boerenwagens, bespannen met twee paarden, met een voerman te vorderen en naar Haarlem te zenden. Hier aan werd voldaan. Een gedeelte der voertuigen werd bij het leger ingedeeld; de Haarlemse wagens werden be stemd voor transport van de bagages der halve briga des, voor vervoer van brood, enz. Brood was vooral belangrijk. In die tijd werden de legers niet bevoorraad door de intendance, maar door zelfstandige onder nemers. De commissaris van oorlog, onze hedendaagse intendanten, had voornamelijk een controlerende taak. Voldeed de ondernemer, in goed Bataafs entrepreneur genaamd, niet aan zijn verplichtingen, dan moest de commissaris ingrijpen. De entrepreneur voor de Franse troepen was G. Schoonhoven, de commissaris van oor log, de bekwame C.G. Ampt. Nu bleek bij een onder zoek, dat een commissie uit de Municipaliteit op 5 sep tember in het magazijn van Schoonhoven instelde, dat het hooi goed was, het stro niet voldeed aan het con tract en de haver van onvoldoende kwaliteit was en bovendien de zakken, waarin het was opgeslagen, een te gering gewicht hadden. Enige tijd later bleek, dat Schoonhoven geen graan meer kon leveren. Nu ging Ampt aan het werk en en weldra hadden de Haarlemse bakkers een vaste afzet van 5000 broden per dag erbij. Nu klinkt dat leuker dan het in werkelijkheid was, want de bakkerijen in de stad waren ternauwernood bere kend op zo'n enorme produktie. Toen bijvoorbeeld het Departementaal Bestuur verzocht acht Haarlemse bak kers naar Alkmaar te doen vertrekken, rees er verzet. Er 63

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1983 | | pagina 65