sieten ontworpen, die voor een groot deel ook voor Van
Walré's zangspel 'Natuuren Opvoeding, of het Gansch-
je', dat eveneens in het oude Griekenland speelde, had
kunnen dienen (11).
Van Walré maakte voor zijn zangspel gebruik van de
fabel van La Fontaine 'LesOiesde Frère Philippe', waar
van La Fontaine het motief ontleend had aan Boccac
cio. Philo, die met zijn vaderChrémes in een grotwoont,
wil graag eens mee naar de stad. Na lang aarzelen stemt
de vader toe, maar waarschuwt de jongen voor de vele
gevaren. In de stad aangekomen, ziet Philo voor het
eerst meisjes, die in een groepje huiswaarts keren van
een huwelijksplechtigheid. Vooral het meisje Delia
maakt grote indruk op hem. Chrémes vertelt Philo, dat
deze bekoorlijke wezens slechts gansjes zijn, waarop
83
Vestaalse maagd, ontwerp
voor 'Ericia'.