werd opgepompt naar een groot reservoir (nog aanwe
zig) op de 'berg'. De ganse dag was daar een man
doende om te zorgen dat de vergaarbak gevuld bleef.
Betimmeringen en stoffering van het huis werden gele
verd door Ternisien Frres in de rue St. Honoré te Parijs.
Zo'n half jaar waren zij op 'Duinlust' werkzaam. Om
blijvend van een zorgvuldig onderhoud verzekerd te zijn
werd terstond als vaste stoffeerder te werk gesteld
W. Boers, later door zijn zoon C.P. Boers opgevolgd.
Inmiddels was ook begonnen met de parkaanleg. Wat
wij nu als de zogenaamde beneden-plaats kennen, aan
de westzijde door de hoge voorduinen beschut, was tot
die tijd nog grotendeels in gebruik als boomgaard,
aardappelland en bouwland, restanten van de duinont
ginning, die de landman Jan Gijsen Middelkoop daar in
1783 begon. Het terrein voor vermaak was beperkt. Op
de met iepen begroeide walletjes, die de percelen teel-
land omtuinden, groeiden in het voorjaar de morieljes
met hun wafelachtige goudbruine oppervlak.
Aan de overzijde van de Duinlustweg, toen nog Dood
weg genoemd, die ter plaatse een ander beloop kreeg
en voor het eerst met puin werd verhard, kwamen de
bloemisterij en de moestuin te liggen, de hoofdtoegang
gemarkeerd door een fraai gesmeed hek, verder geheel
ommuurd, met druive-, perzik- en varenkassen, koude
en broeibakken, een grote bloemenkas, vijgebomen,
een kersenboomgaard en ananassenbakken. De tuin
baas Strietman en later diens opvolgers, de corpulente
baas Van Eek, altijd met sloof voor, en J.F. Clausing, die
als laatste aan het hoofd der tuinlieden heeft gestaan,
hadden heel wat voor hun verantwoording. Nu is alles in
beslag genomen door bouwsels voor de beoefening van
het paardrijden of wordt als loopplaats voor paarden en
klein vee gebruikt.
Met die parkaanleg was de vermaarde landschaps- en
tuinarchitect C.E.A. Petzold uit Blasewitz bij Dresden
belast. In ons land had hij reeds zijn sporen verdiend op
onder meer 'Twickel' bij Delden en in Wassenaar op De
Pauwhof'. Hij schrijft: 'Alsdann (1883) erhielt ich wieder
einen Ruf nach Holland, für die Anlage von Duinlust bei
Haarlem. Es war eine Neuanlage der Umgebung eines in
den Dünen gelegenen, neuerbauten Landsitzes des
Herrn David van der Vliet'. Na herhaalde besprekingen
in Blasewitz, die mijn grootvader tijdens het verdere
verloop van de jaren tachtig nog telkens voortzette,
schiep Petzold hier met behoud van enkele oude boom
groepen en laangedeelten en ondanks het ontbreken
13