Meran, die alles aan hem te danken had. Eerst kwam
Laimböck op de kermissen met handschoenen. Later
zorgde Van der Vliet er voor, dat hij in de Kalverstraat
een winkel kreeg. Laimböck had 's middags al van één
van de knechts een volledige uitrusting in bewaring
gekregen met de order vrouw en winkelmeisjes boven
te houden tot zijn beschermer zich had gekleed. Overi
gens vertoonden zich, naar men zegt, in die tijd na twee
uur 's middags in de Kalverstraat geen fatsoenlijke
vrouwen.
Op jacht had David van der Vliet vaak wonderlijke gas
ten: MarinusTemminckvan 'Wildlust' bij Lisse, diealtijd
schoot en goed raakte met het geweer op zijn buik in
plaats van aan zijn schouder, en Aernout van Lennep,
majoor-commandant van de rustende Schutterij in
Noord-Holland, die een paardestaart aan zijn achterste
gebonden had om niet tijdens het verorberen van een
maaltijd in het duin op de grond te hoeven zitten.
Een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de minder
bedeelden had tot gevolg, dat er op 'Duinlust' zeer veel
werd weggegeven aan allerlei liefdadige en kerkelijke
instellingen. Ook particulieren werden vaak met gulle
handgeholpen.Dit in tegenstelling tot de handelwijze te
dezen van de Amsterdamse raadsheer mr. J.J. Splitger-
ber, die toen hem eens om een gift voor het Christelijk
onderwijs werd gevraagd, antwoordde: 'Geven doe ik
niet; dat laat ik aan jongeren over!' Diens vrouw Wilhel-
mina Blankenhagen was even mild als haar man gierig.
Al zeer korte tijd na de oplevering bleek, dat het toen zo
fraai ogende nieuwe 'Duinlust' van de kelders tot de
zolderverdieping scheuren ging vertonen en gedeelte
lijk verzakte. Stukken zandsteen en versieringen van de
gevels en de balkons lieten los en kwamen omlaag. Van
solide degelijkheid was geen sprake. Om één en ander
te repareren moest het huis gedeeltelijk worden ont
ruimd. De familie vertrok naar Biarritz, de beroemde
zeebadplaats, die kort na 1850 was opgekomen door de
bijzondere voorliefde van keizerin Eugénie en die door
de Franse en Engelse aristocratie placht te worden ge
frequenteerd.
De oorzaak van deze rampspoed was behalve aan slor
dig, ondeugdelijk werk te wijten aan grove onzorgvul
digheid van de architect en van het Amsterdamse aan
nemersbedrijf De Haan Cerlijn. Immers bij het leggen
van de funderingen was onvoldoende rekening gehou
den met de aanwezigheid ter plaatse van een al naar het
jaargetijde uitzettende en weer krimpende dunne veen-