Onder de roos vertelde hij alle details. Hoe moeilijk het
was. Hoe ver de nog af te leggen weg reikte. Tekende hij
urenlang schetsjes in mijn bloknoot om uit te leggen
welk een voorzichtige benadering la grande dame zelf
vereiste. Haar pinakels stonden te waggelen als kom
pasnaalden op volle zee. Van Kempen zag er op toe dat
alle contactpersonen afwisten van die deplorabele situ
atie, zodat geen van de betrokken diensten en overhe
den over het dak van de kerk heen ging bakkeleien over
weer een nieuwe bezuinigingsronde. Dat verried de in
stelling van een staatsman in plaats van die van een
partijpoliticus.
Toen Henk van Kempen vijf jaar geleden 80 werd, wilde
hij ook geen opzien baren. Wegcijferende gebaren,
echte bescheidenheid. Een reporterstruc bracht soe
laas. Na enig aandringen wilde hij wel wat aankno
pingspunten voor een gesprek op papier zetten. Het
werd een in telegramstijl gevat epistel van vijf kantjes,
waarin niet alleen een levensgeschiedenis rudimentair
kwam bloot te liggen, maar zijn gevoelige* natuur en
bewogenheid door de bescheidenheid heen straalde.
Enkele, vele urenlange gesprekken volgden. Hij ver
haalde hoe zijn twee hartstochten een leven lang paral
lel liepen, elkaar nimmer verstikten, maar onophoude
lijk versterkten. De ene, de architectuur, zou na een
opleiding aan de Haarlemse Kunstnijverheidschool op
zich al meer dan een mensenleven in beslag genomen
hebben. Henk werkte na de aardverschuivingen die de
Eerste Wereldoorlog in Noord-Frankrijk had bewerk
stelligd mee aan de wederopbouw van Reims. Leerde
later de praktische beperkingen in de sociale woning
bouw kennen en verachten. Scholen, kerken, huizen
zette hij in Noord- en Zuid-Kennemerland in een bijna
eindeloze reeks neer. Later schakelde hij om naar de
restauratie, vooral van godshuizen - een vakgebied
waarin er geen in ons land rondliep die zich qua kennis
mocht verbeelden zijn gelijke te zijn.
Zijn andere hartstocht gold de muziek. Zowel schep
pend als componist, als parallel aan de kunst van de
restauratiebouw, herscheppend als fluitist. Componist,
architect en fluitist - het leverde Van Kempen een mooi
pseudonoem op: Als Henri Carf schreef hij tal van kor
tere en langere werken, vaak Frans getint en altijd door
trokken van een meditatieve schoonheid die haar uit
werking op concertgangers zelden zou missen. Al na de