7 maart 1894-
1 juli 1984
stoelde op onbevangen moed, welke haar in staat stelde
de dingen te zeggen zoals niemand anders dat zou
mogen. Zo konden degenen tegen wier standpunten zij
de strijd had aangebonden later haarvrienden worden,
want de strijd van Coby Riemersma, hoe ontembaar
ook, was nimmer persoonlijk gericht. 'Maar ik hou ze
wel in de gaten', kon ze dan schalks zeggen.
Vanuit de muziek bewoog Coby Riemersma zich met
vaart door het volle leven. Vastberaden oordeelde zij,
maar veroordeelde nooit. 'Dat laat ik aan Hem overzei
ze dan met een diep religieus gevoel, dat ze echter nooit
aan anderen opdrong. Het is ook altijd de sprankelende
humor bij Coby geweest, die haar als vriendin zo aan
trekkelijk maakte. Wie eenmaal een gesprek met haar
had in haar gastvrije huiskamer aan de Bleekersvaart-
weg, kon dat als een loutering voelen en stapte als
monter herboren weer de kou In. Zo moeten haar leer
lingen haar ook ervaren hebben, als een levenskunste
nares met hart voor haar medemens. In een krante-in-
terview van enkele jaren geleden zei ze: 'Ik hou vreselijk
van mensen. Elk mens is een avontuur en elke stem is
een avontuur. Vooral jonge mensen, dat vind ik span
nend.' En zacht en bedachtzaam zei ze toen: 'Ik vind dat
ik nog steeds groei. Ja... ik blijf groeien, elke dag.
Soms heb ik het gevoel dat ik héél jong ben en een
eindeloze toekomst voor me heb.'
Dat waren de woorden van een vrouw die toen al op een
leeftijd gekomen was dat anderen alleen nog maar aan
uitrusten denken. Een vrouw met een bijna schelms
karakter en levendige pret-ogen. En opeens is de slijta
ge van het lichaam tussenbeide gekomen. Het is moei
lijk nu al te geloven dat iemand, die voor zovelen zo
dikwijls een rustpunt in hun leven betekende, in dit
leven niet meer aanwezig zal zijn. Maar hoe dikwijls zal
haar naam nog vallen in slijtvaste veelkleurige herinne
ringen aan dat leven vol rechtvaardigheid.
Met dank aan het Haarlems Dagblad.
In de vroege morgen van zondag 1 juli 1984 overleed in
Huize Oldenhove te Overveen Arnold Jan Schneiders,
negentig jaar oud. Hij werd geboren in Obdam op 7
maart 1894, was aanvankelijk onderwijzer en hij werd,
na het behalen van de akte M.O. Nederlands en een
korte stage, onder andere in Zierikzee, op 1 januari 1926
benoemd tot leraar Nederlands aan het Triniteitslyceum
207
A.J. SCHNEIDERS
KO VAN LEEUWEN
