dat het ook dan buiten goed toeven kon zijn. De tijd, waarin de behoefte bestond om telkens met het wisse len der seizoenen ook van woonplaats te veranderen, was eigenlijk voorbij. Mevrouw zou voortaan ook in het slechte seizoen op 'Duinlust' wonen, eerst samen met een nog ongehuwde dochter en met haar beide zoons, de tweeling David Johannes en Johannes Emil. Na 1894 alleen met de laatste om wie zij altijd zeer bezorgd was. Van der jeugd af in steeds toenemende mate geestesziek, had hij nochtans op de rentmeesterij wat eenvoudig admini stratief werk gedaan. Ook had hij paardgereden, ge fietst, tennis gespeeld en zelfs gejaagd. Ter berging van rijwielen was op 'Duinlust' niet ver van het huis tegen 1890 een Noors huisje gezet. Geprefabriceerd was het uit Noorwegen aangevoerd door bemiddeling van de heer G.F. Egidius, viceconsul van Zweden en Noorwe gen, die gehuwd was met de jonste dochter uit het gezin Van der Vliet-Borski. Emil van der Vliet bewoonde op 'Duinlust' de grote hoekkamer boven, met twee ramen, op het noordoosten gelegen. De wanden waren bekleed met gravures van jachthonden en portretten van zijn ouders. Er was een grote psyché, drie tafels, twee cosychairs, een haard en een bankje voor het bed om te bidden. Op 'Duinlust' bleef het leven zijn gewone gang gaan. In de beginjaren van de twintigste eeuw ging mevrouw Van der Vliet's zomers altijd een paar weken naarZand- voort om van de atmosfeer aan zee te genieten. Zij betrok dan steeds hetzelfde appartement in het Grand Hotel. Op het strand had zij haar eigen stoelen. Dit jaarlijks verblijf aan zee was haar geadviseerd door haar masseur D. van Spanje, die in Aerdenhout woonde aan de Aerdenhoutsduinweg 17 en over wiens invloed op de oude dame verschillend gedacht werd. Hij beschikte over eigen paard en rijtuig. Onder zijn clientèle telde hij ook prins Hendrik, van wie hij eens een span schimmels ten geschenke kreeg. Op zijn aanraden werd in 1910 voor Emil van der Vliet een automobiel gekocht en een chauffeur, Stappers, in dienst genomen. De garage en de chauffeurswoning werden ver van het huis aan de Zanderijvaart gebouwd. Mevrouw Van der Vliet had een afkeer van dit vervoer middel. Op 29 oktober 1910 nam prins Hendrik deel aan een parkjacht, waartoe hij was geïnviteerd. De partij was voorbereid door de kamerheer mr. S.B.W. Graaf van 18

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 20