werd steeds uitgebracht de dienstboden. 'Wat is dan jouw werk?', vroeg me- met twee of vier paarden. vrouw. Antwoord: 'Zorgen voordestal, paarden inspan- (Foto:mr. c.w.D. Vrijland) nen en rjjden'. Mevrouw: 'Dan span je nu dadelijk twee paarden in, je laat één van de meisjes in het rijtuig plaats nemen en je rijdt met haar naar Haarlem, waar ze de boodschap kan doen'. Uiteraard werd de opdracht prompt uitgevoerd. De koetspaarden op 'Duinlust' waren grote karossiers, die goed in het vlees staken, vaak van Engelse oor sprong, donker van robe, levendig van temperament en fraai verheven van gang. Alle droegen ze hoogdravende Engelse namen: Tennyson, Byron, Wellington enz. Vóór 1883 kon men toe met: Tom, Kees, Majoor, Presto en dergelijke. In de twee afdelingen van het koetshuis stonden onder blauwe lakens met in rood het monogram DL (Duinlust), de rijtuigen opgesteld: twee berlines, twee coupés, twee landauers, een victoria, een napoleon, twee dog carts, een phaëton, een grote gele afrijbreak, ook als kofferwagen gebruikt, een omnibusbreak, de zoge naamde duinwagen, hiervoor al ter sprake gebracht, een ezelwagentje, waarmede mevrouw Van der Vliet zich de 'berg' van Duinlust liet oprijden om daar boven te wandelen, en een arreslede, het glansnummer op ijs en sneeuw. Op de portieren van de daarvoor in aanmerking komen de koetsen en op de in Parijs gemaakte livreiknopen van het stalpersoneel was het wapen Van der Vliet aange bracht, zo dacht men. Maar het oude Oostfriese wapen der Van der Vliets: in goud een groen golvende schuin- balk met boven een springend hert en onder een boom, was erop vervormd tot een misselijk landschap met een scheef gewaaide paraplu-den, waaronder een hert, over een beekje springend. Een en ander tot spot van wie er meer van wisten. Dan de tuigen: één-, twee- en vierpaardsgareeltuigen met koperbeslag, een Russisch arretuig met grote en kleine bellen, op de schofttuigen klokkenspellen, en verder met zilver beslagen, waarvan de versieringen en rode pluimen in vijf grote dozen waren opgeborgen, een tiental zwepen, waaronder een vierpaardszweep. Een kast met een groot assortiment stangen. In de gardero be voor het stalpersoneel de nodige livreien, kaplaar zen, bokjassen, pelsjassen, witte broeken, livreihoeden, handschoenen, bontkragen, voetezakken, arrekleed en vachten. En vanzelfsprekend de gewone tot een stalin- 23

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 25