deze litanie voor het wonderbeeld van Maria te lezen*17'. In dit centrum van katholicisme werd de kapel en het Mariabeeld bovendien nog door katholieke inwoners van Haarlem bezocht. Er is namelijk uit die tijd een uitgebreid gebedsformulier bekend, dat opgesteld is ten behoeve van zieke kinderen die voor de miraculeuze Maria werden gebracht*18'. |n dat geval werd het zieke kind ter genezing op het altaar gelegd, waarop de pries ter bij zichzelf en bij het kind het kruisteken maakte en al biddend wijwater over de zieke sprenkelde. Vervolgens legde hij zijn handen op het hoofdje, sprak de benedic- tio uit en vroeg om de tussenkomst van Maria en alle andere heiligen. Dan maakte hij kruisjes op het voor hoofd, de mond en de borst van de zieke en deed enige gebeden, met sleutelzinnen als 'succurre nobis piis- sima virgo Maria' (kom ons te hulp allerheiligste maagd Maria). Het formulier eindigt met een smeekgebed waarin gevraagd wordt het kind van de ziekte te bevrij den en een tweede besprenkeling met wijwater. Of er in de 17e eeuw mirakelen rond het Mariabeeld hebben plaatsgevonden, is niet meer vast te stellen. Wel is het zo dat in die tijd het vooral (de middeleeuwse of nieuwe mirakelen waren die de roem van Onze Lieve Vrouw van Haarlem hadden versterkt. Immerserwerd in die tijd opnieuw door de kerk een bekrachtiging aan de devotie in de vorm van een aflaat gegeven. In september 1638 bracht Philippus Rovenius, de apostolisch vicaris in Holland, een bezoek aan het begijnhof. Hem werd toen gevraagd vanwege de vele wonderen, die bij het beeld geschied waren, om de devotie voor Maria te stimuleren. Hij deed dit door op 7 februari 1639 een aflaat van vijftig dagen te verlenen aan een ieder die voor het miraculeuze beeld had gebeden, speciaal de litanie van Loreto*19'. Zeer waarschijnlijk zal deze aflaat- verlening de devotie hebben gestimuleerd. Daardoor zullen ook meer Mariavereerders van buiten het begijn hof op het mirakelbeeld zijn afgekomen. Echter, de bronnen ontbreken om ons over de Mariaverering in de 17e en 18e eeuw meer informatie te verschaffen*20'. Het Katholiek Herstel Vanwege de groei en de vrijmaking van de katholieke bevolking van Haarlem was er de behoefte aan een grote kerk ontstaan. De oude St. Beggakapel en het huis Rodenburch maakten in 1841 plaats voor een nieuwe kerk. Deze St. Josephkerk, geheel in neo-klassicistische stijl uitgevoerd, kon reeds op 31 mei 1843 door pastoor Boin worden ingewijd*21'. Toen in 1853 de bisschoppe- 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1984 | | pagina 31