geven, richtten enkele deelnemers dat jaar de vereni
ging Vriendenkring van Onze Lieve Vrouw van Haarlem
op(45>. Dit zou men een moderne versie van een broeder
schap kunnen noemen. Voor een lage jaarlijkse contri
butie ontvangen de leden van de Vriendenkring twee
maal per jaar een bulletin. Echter, pastoor Zijlstra van
de Josephkerk behield nog enig voorbehoud. In die tijd
waren namelijk de vernieuwingen binnen de kerk al
duidelijk zichtbaar. Heiligenverering en bedevaarten
werden geacht minder centraal in het geloofsleven te
staan. Zijlstra schreef naar aanleiding van het instellen
van een jaarlijkse stille omgang in het parochiememo
riaal het volgende: 'Zal de religieuze romantiek en dra
matiek reëel in godsdienstige beleeving worden omge-
zet?'(46>. De Haarlemse katholieken hadden over de om
gang nauwelijks enige twijfel. De door de pers en via
affiches aangekondige omgangen trokken veel deelne
mers. Zo waren er bijvoorbeeld in 1959 om kwart voor
zes in de ochtend 1200 mannen en vrouwen aanwezig.
Langs de route waren achter ramen van huizen waar
katholieken woonden Mariabeeldjes(47) met kaarsen en
bloemen geplaatst, een gebruik dat overigens momen
teel geheel verdwenen is. De rest van de dag was het
verdereen gedurig gaan en komen van pelgrims naarde
Mariakapel, 's Avonds werd de dag dan besloten door
een plechtige mis met processie. Tot in de jaren zestig
40
Een van de eerste
ommegangen in de jaren
vijftig, de stoet loopt vanuit
de Jansstraat naar de
Nieuwe Gracht.