de provincie Holland betreft, een einde gemaakt door de omwenteling van 1795. Het plakkaat van 8 juni 1795 van de Provisionele Representanten van het Volk van Hol land bepaalde in artikel 9: dat voor den 1. September 1795 alle Wapens en Rouw- kassen, door of vanwege de Eigenaars derzelven ten hun nen koste, doch onder opzicht der respective Kerkmees- teren, uit de kerken zullen mogen worden weggehaald en dat de overblijvende, voor de maand October, ten behoe ve der Armen of kerken van elke plaats zullen worden geamoveerd. Artikel 10 maakte een uitzondering voor monumenten en dergelijke die waren opgericht ter nagedachtenis van staatslieden, helden, geleerden of kunstenaars. Verder hield artikel 5 van de resolutie de opdracht in, de wapens op grafzerken uit te hakken. In Utrecht was men deze re solutie vóór geweest. Daar waren op 3 februari 1795 in de Domkerk verwoestingen aangericht, nadat de stadsrege ring het wegnemen der wapenborden had gelast. Dit leid de er toe dat ook in andere steden maatregelen werden getroffen, en wel op zeer korte termijn, teneinde geweld pleging te voorkomen. Zo beval de Haarlemse Municipa ls Vincent Jansz. van der Vinne, in terieur van de Grote of St.-Bavo kerk naar het westen, 1780. Ge meentearchief Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1985 | | pagina 107