ligging van het posthuis zelve, waar veel passage is, en van waar men, over weilanden, op den spoorweg en de daarachter gelegen bosschen van den Aarden-Hout ziet. Wanneer men hier tot zeven uur vertoeft, en dan naar Haarlem terug wenscht te wandelen, om aldaar nog den heerlijken aanleg der aloude bolwerken te bezigtigen, al vorens met den spoortrein van negen uur huiswaarts te keeren, dan geef ik het gezelschap den raad, om de Twee de-brugslaan in te stappen, en verder, langs de Leijdsche vaart, tot de stad, en dan de Zijlpoort voorbij te wande len, verder de buitensingels tot aan het Vrouwen-hek te volgen, welke wegen verrukkelijke gezigtspunten aanbie den, terwijl men, ter laatstgemelde plaats gekomen zijn de, aldaar de ijzeren spoorbrug over het Spaarne voor zich ziet. Nu slaat men den weg over het Bolwerk in, waar men den rijweg of de voetpaden kan volgen, welke laatsten u over de Nieuwpoort heenleiden, en u doen uit komen aan de Nieuwegracht, die zich in de nabijheid van het stations-gebouw bevindt. Doch, om al het schoone dat deze wandeling aanbiedt, te beter en meer op zijn ge- "<WAv- n

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1985 | | pagina 13