getroffen metselverbanden in de voorgevel, die aanlei ding geven te veronderstellen dat het huis een trapgevel heeft gehad, wijzen duidelijk op bouwactiviteiten om streeks of kort na 1600. Ook de prijs waarvoor het huis in 1619 wordt verkocht maken een dergelijke omvangrij ke verbouwing waarschijnlijk. In dat jaar wordt het pand voor 1900 carolus guldens verkocht aan collega Michiel Gerrits, die enkele jaren tevoren, in 1613, al het huis Gra- vinnesteeg 1 in eigendom had gekregen. Voor het eerst in de geschiedenis zijn beide panden in één hand. Maar niet voor lang. Kort na 1620 overlijdt Mi chiel en een paar jaar later ook zijn vrouw, Magdalena de Rosseau. Van hun kinderen zijn Hendrik, Pieter, Suzan- na en Maycken dan al volwassen en getrouwd, zoon Jan is afgevaren naar Oost-Indië. Over de twee minderjarige kinderen Zacharias en Laurens wordt Michiels broer Laurens als voogd aangewezen. In 1626 besluiten de erfgenamen de bezittingen van hun vader te verkopen. Het huis in de Kleine Houtstraat gaat over in handen van de koperslager Pieter Henrick Aertsz. Het huis in de Gravinnesteeg wordt verkocht aan Claes Claesz., die als bierdrager de kost verdient. Na het over lijden van Claes blijft zijn weduwe Jannitgen Corssens er nog enkele jaren wonen tot zij in 1660 het huis over draagt aan Nanning Salomons Cortewijle. Daarna wordt het huys met erve nog eigendom van Jan Wiggertsz. (1668-T703), Aeltje Palingh (1703-1736), Pieter Havelaer (1736-1747), Pieter van Aken ^747-1763), Joost Dijk man (1763-1778) en Hermanus van der Horst (1778- 1806). Stuk voor stuk namen die verder weinig gegevens opleveren wat betreft de bewoningsgeschiedenis van Gra vinnesteeg r. Iets meer is te vertellen over de eigenaars/bewoners van het huis in de Kleine Houtstraat. Omstreeks 1650 draagt Pieter Henrick Aertsz. het huis - dat hij geruime tijd verhuurd heeft gehad - over aan de kuiper Hendrick Jansz. van der Wel. Als Hendrick Jansz. in 1661 het huis verkoopt aan Guyrtie Gysberts- dr., de weduwe van glazenmaker Daniel Claarenbeek, rust daarop een last van 1610 carolus guldens ter weesca- mer deser Stadt Haerlem ten behouve van 't minderjarig kint van Hendrick Jansz. van der Wel voer haer moeder- lijck bewijs. Een bedrag dat niet eerder afgelost mag worden voordat 't voorzegde kint tot zijn mondige jaren ofte huwelijcke sal zijn gecomen. 149 Latoenkoperen koekepan. De pan is mogelijk vervaardigd of opgelapt door de koperslager Pie- ter Henrick Aertsz. Dit type pan was voorzien van een ijzeren ver- stevigingsring onder de rand waar de koperen plaat als het ware om- heengedreven was. Dergelijke pannen zijn bekend uit de zeven tiende eeuw. Opmerkelijk is het zeer zorgvuldig uitgevoerde her stelwerk. Foto: Openbare Werken, Jos Fielmich.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1985 | | pagina 151