van den weg naar het dorp, dat drie kwartier uurs ten
zuiden van Haarlem ligt.
Op zekeren afstand van den Hout, bereikt men het langs
drie verschillende wegen: hetzij over het Clooster, het
landgoed van den Graaf van Westerholt, hetzij over het
voetpad, dat u door het daar naast gelegen weiland leidt;
hetzij langs den gewonen rijweg. Het verschil, in de leng
te dezer wegen, bedraagt naauwelijks vijf minuten gaans.
In het vernieuwde en van zwaar geboomte omgeven loge
ment, het Wapen van Heemstede, omstreeks half elf aan
gekomen, zal men zich zeer wel bevinden en, gedurende
het ontbijt, aldaar een fraai gezigt hebben over de lande
rijen op het Belvedère, dat de heer Hope, voor weinige
jaren, aldaar op een duin van zijn uitgestrekt landgoed
heeft laten bouwen. - Het is nu twaalf uur, en om al het
merkwaardige alhier behoorlijk te kunnen zien, geef ik u
den raad, uwen maaltijd tegen twee uur te bestellen, en in
dien tusschentijd, den Cruquius te gaan zien: een der drie
waterreuzen, welke bestemd zijn om de daarnevens lig
gende Haarlemmer-meer droog te stoomen. Gij wandelt
dus langs de Molenwerf naar het Spaarne, waar gij een
schuitje gereed zult vinden, om u naar het begeerde punt
over te voeren. Ziet gij aldaar wat drie of vier honderd
menschen, in dén diepen en uitgestrekten put verrigten,
ten einde dien tot de grondslagen des werktuigs bekwaam
te maken, dan zult gij naauwelijks durven beslissen, wat
merkwaardiger zij; het werk waaraan men thans onder
water bezig is, of het gebouw dat, op dien grond, eens
boven denzelve verrijzen zal: het is beiden reusachtig te
noemen.
Wend van hier het oog op het Spaarne: het is, even als de
Newa bij Petersburg, een der kleinste rivieren van ons
werelddeel, maar die hier en daar eene aanmerkelijke
breedte heeft, zeer vischrijk is, en het water uit de Meer,
door Haarlem, naar Sparendam leidt, waar het zich in
het IJ ontlast. Meer dan twintig duizend schepen varen er
jaarlijks door gemelde stad, zoo dat het niet onmogelijk
is, dat gij het Spaarne met een aantal zeilende vaartuigen
bedekt ziet, terwijl deze eeuwigdurende beweging een
aantal rijke lieden heeft uitgelokt, om, langs den bevalli-
gen linkeroever, buitenverblijven aan te leggen, van wel
ken gij er echter hier weinigen te zien krijgt. Nevens u
ontwaart gij de Lantaren van de Meer, eene vuurbaak
voor den uitgestrekten waterplas, aan welks uitroeijing
thans wordt gearbeid; maar die, zoo lang hij nog bestaat,
13