meer gaan toeleggen op de ondersteuning van hofjes, die
met concrete restauratieplannen rondliepen. Deze aan
pak - met name door de toenmalige voorzitter van de
technische commissie, de heer J.J. Fuykschot, naar vo
ren gebracht - heeft in aanvulling op de reeds in gang ge
zette ontwikkelingen vrij snel haar vruchten afgeworpen.
Vanaf 1980 zijn met een zekere regelmaat diverse hofjes
gerestaureerd. Daarnaast is in diezelfde tijd een bouw
technische opname van de afdeling monumentenzorg van
het bedrijf voor openbare werken van de gemeente Haar
lem gereed gekomen. De stichting zag daarmee haar
'twee sporen beleid' in zoverre met succes beloond, dat
door de subsidiegevers sneller kon worden ingespeeld op
ingediende restauratieplannen.
Eind 1985 kan worden geconstateerd, dat het Luthers
hofje (1982), het Zuiderhofje (1984) en het hofje van
Heijthuijsen (1985) een grondige verbetering hebben on
dergaan. Een deel van het hofje van Oorschot moet nog
worden afgemaakt, maar uitvoering kan spoedig worden
verwacht. Tevens zijn restauraties gaande bij de Bake-
nesserkamer, het Frans Loenen hofje en het hofje van
Loo. Dit laatste hofje verdient ook nog om een andere
reden aparte vermelding; hier kon een dreigende overna
me door de gemeente worden voorkomen. De stichting
juicht dit toe, omdat zij van mening is, dat zo veel moge
lijk hofjes in particuliere handen dienen te blijven. He
laas kon dit met het hofje van Guurtje de Waal niet wor
den verwezenlijkt, hetgeen overigens niet wegneemt dat
de stichting verheugd is over het feit dat ook hier wordt
gerestaureerd.
bestuurlijke organisatie Van het begin af aan heeft de Raad van Afgevaardigden
veelal tweemaal per jaar vergaderd. De vergaderingen
dienen ter uitwisseling van wensen en ideeën van de ter
vergadering afgevaardigde bestuurders van alle Haarlem
se hofjes. Uiteraard worden ook bestuurlijk van belang
zijnde onderwerpen (zoals bij voorbeeld de wijze van
aanpak van de restauraties) besproken. Enige malen
heeft tevens uitwisseling van informatie met deskundigen
buiten de Haarlemse hofjes plaatsgevonden.
Nadat aan het einde van de jaren zeventig een discussie
omtrent het functioneren van de stichting is gevoerd, zijn
een drietal commissies ingesteld, te weten de technische
commissie (huidige voorzitter de heer W.M.N. Eggen-
kamp), de huisvestingscommissie (de heer J.J. Tem-
minck) en de sociale commissie (mevrouw A.M. Schim-
melpenninck). Hoewel de hofjes sporadisch van de dien-
183