tijd' wilden blijven, vonden zij het ook nodig werk van
andere kunstenaars, zoals Zaalberg uit Leiderdorp, te
presenteren. Pieter had de artistieke en Willy de zakelijke
leiding en alles ging zo goed, dat zij - menselijkerwijs ge
sproken - zonder risico op 19 augustus 1931 de huwe
lijksboot in konden stappen.
Op den duur zochten zij - naast Nederlandse kunste
naars - ook contacten met buitenlanders. Zij gingen in
hun vakanties vaak op reis, speurden voortdurend naar
nieuwe dingen en bleven alert. Zo werd de Muurbloem
steeds meer bekend. Bovendien hield Pieter ervan het
geëerd publiek zo nu en dan met een artistieke stunt te
verrassen. Zo amuseerde hij indertijd de kijkers met zijn
humoristische draadplastieken. Met tang en schaar wist
hij net zo lang te buigen en te knippen totdat er de merk
waardigste figuurtjes met kogelronde kopjes te voor
schijn kwamen, die dan daarna kleurig in de verf werden
gezet. Iedereen was het er over eens, dat Pieter met dit
dradenspel weer een andere betoverende snaar van zijn
talent had ontdekt en aangeroerd. De bekende Haarlem
se kunstcriticus J.H. de Bois, die zich vooral geamuseerd
had om de kostelijke draadfiguren van een luidruchtige
jazzband, schreef: Hij is één der geestigste Haarlemmers,
die ik kenen dat wil wat zeggen!
In 1947 veranderen de Van Gelders van koers. Zij ver
trokken uit Haarlem en verhuisden naar Vreeland aan de
Vecht, waar zij zich vestigden in Schoonoord, een mooi
oud buitenhuis uit de achttiende eeuw, waarin de beken
de sierkunstenaar Lion Cachet gewoond had. Achter dit
huis hebben zij toen een kunstnijverheidsbedrijf opge
richt, waarin op grote schaal door Piet ontworpen voor
werpen vervaardigd werden. De economische leiding was
in handen van Willy. Het bedrijf, dat uitnemend floreer
de, werd hun levensbron. In zijn vrije tijd legde Pieter
zich - als scheppend kunstenaar - verder toe op de ont
wikkeling van zijn individuele beeldende kunst.
Hij was in wezen een buitenman en met deze woning had
hij eindelijk een ideaal bereikt, waar hij allang naar ge
zocht had. Aan de voorzijde boden de gezellige kamers
een levendig uitzicht op de Vecht met passerende scheep
jes en een ouderwetse ophaalbrug, die naar het dorp leid
de. Aan de achterkant keken ze in hun romantische ach
tertuin. Pieter voelde altijd een sterke binding met de na
tuur en hier had hij haar voor het grijpen en kon hij dage
lijks met haar samenwerken.
In die jaren had hij bovendien al weer iets nieuws uitge
dacht. Dat waren de decoratieve wandpanelen, waarmee
199