In 1895 zakten zeven van de vijftien kandidaten van de
Haarlemse kweekschool voor onderwijzeressen voor de
akte nuttig handwerken. Naar aanleiding van deze uit
slag stelde de voorzitter van het schoolbestuur: dat het
examen voor de acte van onderwijzer feitelijk zwaarder is
voor vrouwelijke candidaten vermits zij om zich van een
plaatsing te verzekeren de acte nuttig handwerken moe
ten bezitten. Op zijn voorstel werd besloten in het jaar
verslag van de kweekschool hierop te wijzen en de wense
lijkheid uit te spreken dat de onderwijzeressen op betere
bezoldiging moesten kunnen rekenen.n)
Opvallend op het lesrooster van 1870 is het vak staatsin
richting. Van de onderwijzer werd volgens het officiële
examenprogramma van 1865 geëist 'bekendheid te heb
ben met de hoofdtrekken der inrigting van het staatsbe
stuur in ons vaderland sedert de tweede helft der 16de
eeuw',12) een eis welke voor de vrouwen ontbrak. In die
tijd was het ongewoon aan vrouwen 'staatshuishoudkun
de' te onderwijzen. Het zou verspilde tijd en moeite zijn
leden van het vrouwelijke geslacht een opleiding te geven
tot kiesgerechtigden:
...tot het houden van kiesvergaderingen hebben de vrou
wen geen lust of tijd; en daar zij weten, dat er nu reeds
veel te veel mededingers voor één ambt zijn, wilden zij de
kans niet nog kleiner maken.n)
Gelukkig bleken de bestuurders van de Haarlemse Nuts-
kweekschool met betrekking tot dit vak verlichtere denk
beelden te bezitten.
Overzien we tenslotte de periode 1870-1915 dan blijkt
dat in totaal 1047 vrouwen de Haarlemse vrouwenkweek
school hebben bezocht, 615 van hen hebben de school
met de akte (hulp-)onderwijzeres verlaten.14'
De opleiding voor l.o.- en Bij de oprichting van de vrouwenkweekschool werd te-
m.o.-akten vens besloten aan de school een cursus te verbinden tot
opleiding van leraressen bij het middelbaar onderwijs.
Hieraan leek behoefte te zijn, omdat in Nederland vóór
1870 slechts een enkele onderwijzeres een M.o.-akte bezat
en er bovendien meer middelbare meisjesscholen werden
opgericht, waar men vrouwen voor de klas wenste. Het
denkbeeld van de stichters van de opleiding, dat de
school zou strekken tot vorming van leraressen bij het
middelbaar onderwijs werd al spoedig op de achtergrond
geschoven, omdat de behoefte hieraan minder groot
bleek te zijn, dan men aanvankelijk vermoedde. Slechts
twee vrouwen behaalden in 1874 en 1876 hun akte m.o.-
Nederlands.15'
28