bracht. Allan vervolgt: Dat het naar hier werd ver
plaatst is te danken aan de welwillendheid van Jhr.
Dr. J. P. Six van Hillegom, Lid van de Provinciale
Staten van Noord-Holland, teAmsterdam, die het aan
den Heer Mr.A. J. Enschedé ter plaatsing in de Groote
Kerk afstond. De verdere versiersels zijn er voor reke
ning van den Heer Enschedé bijgebrand, die het in zijn
tegenwoordige vorm aan HH. Kerkvoogden aan
bood.1*)
Tot wie had Enschedé zich voor de restauratie van het
glas beter kunnen wenden dan tot F. Nicolas te Roer
mond, een vriend van de grote Cuypers die de kerk
restaureerde? Nicolas had in 1855 het eerste Neder
landse atelier voor glasschilderkunst-een zo goed als
verdwenen kunst, waarvan het geheim verloren heet
te-opgericht19). Hij heeft voor de Sint Bavo veel ge
werkt.
Nicolas heeft de noodzakelijke vrijheid genomen aan
het glas een en ander te wijzigen en toe te voegen.
Slechts de wapens van Floris van Beyeren van Schagen
en van Willem de Liere zijn op hun plaats gebleven;
de andere zijn allemaal van plaats verwisseld. Het
blazoen van Rijnland werd vervangen door dat van
Haarlem, met de spreuk dat de deugd het geweld over
wint. Onder de wapens werden allerlei attributen aan
gebracht betrekking hebbende op de visserij en de
smederij20). In 1874 werd het aldus veranderde glas
op kosten der kerkvoogdij in de gerestaureerde kerk
geplaatst.
Maar de tijd schreed voort. Zevenentachtig jaren na
de plaatsing, op 15 februari 1961, berichtten de Haar
lemse kerkvoogden aan Rijnland, dat het glas hard aan
herstel toe was. Natuurlijk hadden ze aan de kerk al
zovele onkosten. Daarom verzoeken zij U of Ugenegen
zijt het genoemde raam voor Uw rekening te laten res
taureren. Men weet nooit hoe een koe een haas vangt.
Helaas lukte dit echter niet. Rijnland was slechts be
reid 10 van de te verwachten kosten te betalen. On
der meer met het argument dat Rijnland het glas aan
Fisse had geschonken en dat het zonder voorkennis van
Rijnland naar de Grote Kerk in Haarlem was overge
bracht21)-
Tijdens de jongste restauratie van de kerk heeft het
Rijnlandglas twintig jaar op een kerkzolder in kisten
opgeslagen gestaan. Totdat het in 1983 door de beken
de glazenier A. Bogtman werd gerestaureerd. Wij-