daadwerkelijk worden begonnen. In november werden de steigers geplaatst. Met de restauratie werd niet alleen beoogd de panden bouwkundig weer in goede staat te brengen, maar ook de woonfunctie erin terug te brengen. Uitgangspunt daarbij was zoveel mogelijk het bestaande aspect te handhaven. Dat wil zeggen dat wat behouden kon blij ven ook behouden bleef en slechts wanneer de onderde len inderdaad erg slecht bleken te zijn, er vernieuwd werd, maar dan wel overeenkomstig het bestaande. Kap Beide panden hadden een onbeschoten sparrenkap, met grenen spanten waarin telmerken waren gebeiteld. De kapconstructie bleek grotendeels verrot en aange tast door houtworm. Vier van de negen spanten, de panlatten en de helft van de sparren waren vergaan en moesten worden vervangen. In de nieuwe spanten werden weer de telmerken gebeiteld, als ook het teken van de timmerman. De overige spanten werden waar nodig gerepareerd en gecompleteerd met in de loop der tijden verdwenen onderdelen als schoren en korbelen. Ook de muurplaten moesten grotendeels worden ver nieuwd. De dakvlakken werden beschoten en geï soleerd. De kap werd gedekt met rode pannen naar oud-Hol lands model. Voor een deel konden de afkomende dak pannen worden gebruikt. Ongeveer de helft moest wor den vernieuwd. Daarbij werden de oude pannen op de noordelijke dakvlakken gelegd en de nieuwe op de zui delijke vlakken, zodat men komend vanaf de Zijlstraat een egaal dakvlak met oude dakpannen ziet en komend vanaf het Verwulft alleen maar nieuwe pannen. Voorgevels Het pleisterwerk op de voorgevel van nr. 17 zat gedeel telijk los en werd verwijderd. Toen kwamen niet alleen de tot dusver aan het oog onttrokken in het gevelvlak verwerkte blokjes natuursteen in het zicht, maar ook de slechte plekken in het metsel- en voegwerk. Verkan kerde en loszittende bakstenen werden vervangen en scheuren ingeboet. Omdat de baksteen dermate was aangetast dat het oppervlak niet als schoon-metselwerk in het zicht kon blijven werd de gevel opnieuw gepleis terd en gewit. Daarbij werd het pleisterwerk doorgezet in de winkelpui, waardoor pui en bovenbouw meer in harmonie met elkaar zijn gebracht. Wat betreft de raamkozijnen kon met reparatiewerk en het vernieuwen van onderdorpels worden volstaan. 121

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 123