MR. C. W. D.
VRIJLAND
Bleek-en-Berg
Hier maecktmen't lijwaet wit/
Hier bleijktmen 't graeuwe garen.
Samuel Ampzing
Zoals men op het Frans Halsplein in Haarlem niet het
standbeeld van Frans Hals zal aantreffen-dit staat in
het Florapark-, zo zal men in de omgeving van het
Blekenbergplein en aan de Blekenbergstraat tever
geefs zoeken naar de blekerij/buitenplaats/boerderij
'Bleekenberg'. Gelegen op Bloemendaals gebied aan
de voet der duinen tussen het meertje van Caprera en
'Meerenberg' (nu: Provinciaal Ziekenhuis) lijkt een
naamgeving in Haarlem niet onmiddellijk voor de
hand liggend.
Als eigenaren van de blekerijen langs de duinen traden
naast de stad Haarlem en de daar gevestigde godshui
zen tegen het einde van de 16de en het begin van de
17de eeuw vaak kooplieden op uit Haarlem, maar ook
uit Amsterdam. Vrijwel allen handelden in as en/of
zeep, onmisbaar bij het bleekproces. Om er enkelen te
noemen: Van Beeck, De Clercq, Crommelin, Hooff-
man, De Wael(e). Talrijke blekerijen waren met zware
hypotheken, toen losrenten geheten, belast. Meestal
kwamen die kooplieden als voornaamste schuldeisers
in het bezit der bedrijven.1)
Zo was tegen het einde van de 16de eeuw Pieter de
Wael eigenaar geworden van twee langs de duinvoet
naast elkaar gelegen blekerijen onder Aelbertsbergh
(Bloemendaal), een terrein ongeveer begrensd in het
Noorden door de gronden van het Provinciaal Zieken
huis ('Meerenberg'), in het Westen en Zuiden door de
Bergweg2) en in het Oosten door de Brederodelaan. De
Waels kleinzoon Jacob verkoopt op 3 Maart 1638 een
lijwaet en een camerixdoek blekerij met woonhuys
voor 2.800,aan Jan van Kinckhuysen te Amster
dam. In de jaren negentig der eeuw als ook Van Kinck-
huysens weduwe Pietertje Willems is overleden, ont
staan er moeilijkheden over de nalatenschap van het
echtpaar, die behalve de blekerijen ook nog twee ach
terhuizen te Amsterdam omvatte. Eerst op 6 Maart
1698 verkopen de erfgenamen aan de gebruiker Gillis
135