Haarlemse doopsgezinde koopman Albertus Hodshon
(i735_i78o), tegen 3 met 'Bleek-en-Berg' als onder
pand. Deze lening en de verkoop van grond zouden
erop kunnen wijzen, dat De Nijs Malefijt allengs in
minder goede doen was geraakt, zo zelfs, dat hij in het
voorjaar van 1780 moest besluiten zijn buiten c.a. te
verkopen. Om onbekende redenen heeft een veiling
tenslotte niet plaats gevonden. De 'Conditiën', waarop
deze zou geschieden zijn bewaard gebleven3). Zij be
helzen een uitvoerige omschrijving van het goed: Een
seer aengenaeme en welgeleegen Buijtenplaats ge
naamd Bleek en Berg met een annexe Boerderije, zijn
de de Heeren Huijsinge bestaande in vier roijale be
llange kamers, een opkamertje, item een kelder en
kookkeuken, allen seer aengenaemen uijtzichten heb
bende, booven nog drie aparte Slaapkamers, kleer en
turfzolders etc. en verdere commoditeijten, neevens
deeze Huijsinge een ruijm koetshuijs en stalling voor
tien paarden, een knechtskamertjewaar boven groote
hooij en haversolders, daar nevens nog een stalling
voor agt paarden etc.waar teegens over een groot ge
bouw, kunnende voor een woonhuijs of stalling geap-
proprieert worden, 't welk niet in na te melde huur
begreepen is, agter deeze Huijsinge een schoone bo
gaard, beplant met schoone vrugtboomen, starrebos,
moestuijnen, tuijnmanswoning etc., annex deese Buij
tenplaats een boerewooning met desselfs landerijen,
zijnde te samen groot neegen morgen, vierhondert en
vijftig roeden, Het plaatsje was voor 700,
per jaar verhuurd, de boerderij voor 220,
Als De Nijs Malefijt op 21 Mei 1785 kinderloos is
overleden te Haarlem ten huize van Isaac Ameshoff in
de Grote Houtstraat, het tweede huys van de Paarde-
steeg4), wordt 'Bleek-en-Berg' werkelijk in veiling ge
bracht. Kopers zijn Lambert Rouwens en Laurens van
Rijn, aan wie in het algemeen bedrevenheid in grond-
speculatie niet kon worden ontzegd. Op 2 Juni van dat
jaar vond het transport plaats. De koopprijs bedroeg
5.250,Vijf jaar later is er weinig meer over. Het
hout, amper een halve eeuw oud, is gekapt, de meeste
opstallen zijn voor sloop verkocht. Ontdaan van alles
wat een klein buiten kan sieren, verkopen Rouwens en
Jacob Rijnders, als executeur-testamentair van Lau
rens van Rijn, op 4 Maart 1790 de Opstal van een
Melkhuys van de gewese Blekerij, en Laast gebruykt
geweest tot Een Buyte Plaats, genaamt Blekenberg
voor slechts 2.600,aan Gerrit van Lee. Korte tijd
138