zijn familie. Hij ging zelfs zover om terwijl hij waakte aan het sterfbed van een neef een aanval te simuleren. Evenals Dirkje was Abraham doopsgezind, een lid van de verenigde Waterlandse, Friese en Hoogduitse ge meente. Ook voor hem werd in de kerk gebeden. Ook bij hem kwam het bedrog uit. Toen er gedreigd werd met aangifte bij de magistraat bekende hij en onderte kende een akte waarin hij verklaarde dat de beschul digde vrouwen hem niets misdaan hadden. Daarop schonken de vrouwen hem vergiffenis, die eveneens werd vastgelegd in een akte. Palingh heeft de akten, gewisseld tussen Abraham en één van de beschuldigde vrouwen in zijn boek af laten drukken. De namen van de betrokkenen blijven echter verborgen achter hun 'Gewaande toverij van Marre- tje Jansdr. van Goch, 1635'. Marritgen, de dochter van Jan van Goch, kon voor de bur gemeesters op bevel haar aan vallen van 'bezetenheid' herha len. Toen de heren haar vroegen ook eens lappen en spelden uit te braken, zoals omstanders haar thuis hadden zien doen, moest zij toegeven dat dat een truc was die meer voorberei ding vereiste 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 15