Waarlijk, dat verslag maakt op mij een aller droevig-
sten indruk. Met verbazing vraag ik, zijn dat mannen,
zijn dat vrouwen, zijn dat Nederlanders, afstammelin
gen van een geslacht dat niet slechts groote woorden
sprak, maar ook krachtige daden verrichtte, dat pal
stond en lijden trotseerde?
En ze eindigde met de wens dat de vrouwen onder ons,
dat zij aan de mannen toonen wat de waarheid en het
recht eischt.
Uit dit appèl blijkt dat ze ook in 'De Dageraad' vrij
alleen stond. Het is ook daarom begrijpelijk dat ze zo
hechtte aan het contact met Krijthe.
De kwestie van het opzeggen van het kerklidmaat
schap hield de gemoederen nogal bezig. Ene heer P.
C. Kraay uit Amsterdam schreef in De Dageraad dat
dit bij deurwaardersexploit moest gebeuren. Welnee,
antwoordde Elise Haighton hem in een 'naschrift'. Zij
zelf had eenvoudig de president van de kerkeraad ge
vraagd haar naam van de ledenlijst te schrappen en
aan haar verzoek was voldaan. Ze voegde er aan toe
dat ze niet begreep:
hoe iemand als mej. Carolina Lacet, kan meenen een
bewijs van moed gegeven te hebben door de opzegging
van haar lidmaatschap. Ook met het oog op een kom
mervollen ouden dag, vond ze het geen 'heldenstuk'
Men verspeelt er de bedeeling mede, dat is zoo. Maar
ik vraag u, wat is de bedeeling? zet dat soms
'zooien aan den dijk'?28)
Weigering De volgende affaire was daarmee geboren, want na
tuurlijk schreef Carolina een stukje aan de redactie om
zich te verdedigen en de redactie weigerde het ditmaal
weer eens te plaatsen. Redactiesecretaris Elise Haigh
ton rechtvaardigde die afwijzing door aan Carolina te
schrijven: Uit den toon van uwe stukjes, benevens uit
tal van uitdrukkingen, [blijkt] wel degelijk, dat gij
nog al tamelijk hoog van uwe daden denkt. Deze in
druk werd volgens haar nog bevestigd door het feit dat
gij ook nu weer dit stukje afzonderlijk hebt uitgegeven
en den leden toegezonden, begeleid van een gedicht
waarin de schrijfster op een zeer eigenaardige wijze
verheerlijkt wordt.
Elises brief bleef bewaard, omdat Recht voor Allen
hem publiceerde, met een smalend commentaar.
'Grootwaardigheidsbekleedster' van 'De Dageraad'
noemde het blad de liberale Elise. De krant zei ook dat
niet Carolina, maar Krijthe het stukje had uitgegeven,
waarmede hij mej. Lacet zelfs verrastte.29)
154