a g van der Tijdgenoten over Haarlem
STEUR xiv Wegwijzer voor inwoners van Rotterdam e.o.,
1847, slot
In het jaarboek Haerlem 1985 werden de eerste drie
tochten in de omstreken van Haarlem beschreven uit
het bovengenoemde boekje. In dit jaarboek volgen de
vierde en vijfde tocht (door de anonieme schrijver 'ver
toef genoemdrespectievelijk naar Bloemendaal en
Santpoort.
Het boekje was - zoals reeds in het jaarboek 1985 ver
meld-uitgegeven bij Bohn in Haarlem met de bedoe
ling om Rotterdammers die in 1847 een spoorlijnver
binding met Haarlem hadden gekregen, te verleiden
eens een dagtochtje naar Haarlem te maken. Daarom
beginnen en eindigen de beschrijvingen bij het Haar
lemse station.
De twee hier afgedrukte tochtjes beschrijven het na
tuurschoon ten noorden van Haarlem: de buitenplaat
sen tussen de duinen, de bossen, de vinkenbanen, de
verspreide logementen, en de 'zang van duizend nach
tegalen'. De duinen waren nog niet verkaveld door ex
ploitatiemaatschappijen, de dorpen Overveen, Bloe
mendaal, Santpoort, Schoten en Spaarndam beston
den nog alleen uit een kleine kern van wat huisjes en
winkels en de verbindingen bestonden uit zanderige
wegen. Enfin, leest u zelf maar:
Vierde Vertoef Reeds de naam van dit dorp heeft iets uitlokkends voor
Bror m en daal den beminnaar van bevallige natuurtafereelen, en
schoon het niet ligt in een dal, gelijk men uit den naam
zou kunnen besluiten, zoo houden wij het er toch voor,
dat het, in vorige eeuwen daarin werkelijk gelegen - en
daarvan zijn naam ontleend hebbe. De achter hetzelve
zich uitstrekkende duinen, behooren tot de hoogste van
deze streek, alsmede van gansch Noord- en Zuid-Hol
land; maar, vóór het dorp, liggen grazige weiden: deze
weiden echter zijn altemaal afgezande en vlak ge
maakte landerijen, gelijk overal waar, rondom Haar
lem, garen- of kleerbleekerijen gevonden worden; zij
waren bijgevolg, vóór dien tijd, met zandheuvelen be-
159