menten en de vier molens die zijn grote liefde waren. Als technisch-adviseur op vrijwillige basis hopen we nog heel lang van zijn zeer grote kennis en ervaring gebruik te mogen maken. Hoe gezien hij is, is gebleken uit de druk bezochte afscheidsreceptie in het (mo nument) Dreefzicht, waar niet alleen collega's en oud collega's in grote getale aanwezig waren, maar ook ver tegenwoordigers van de vele instellingen, die gebruik maken van gemeentelijke monumenten, en huurders van vaak zeer hoge leeftijd die hij zeer tot steun is geweest. Door de bezuinigingen zal hij niet worden op gevolgd. Landelijk gezien is 1986 het jaar van belangrijke ver anderingen geworden. De Tijdelijke Bijdrage Regeling Monumenten (t b r m 1983) is vervangen door de Re geling Restauratie Monumenten (r.r.m. 1986), terwijl tevens het Nationaal Restauratie Fonds van start is gegaan; de invloed van de fiscale omstandigheden van de aanvrager op de-uit te keren-subsidie is daarmee voor het eerst een feit geworden. Tevens wordt de uit betaling van de subsidiegelden opgeschort tot de jaren '90, hetgeen de complexiteit van het stelsel zoals reeds is genoemd sterk heeft vergroot. Zeer positief is daarentegen de toenemende belangstel ling van het stadsbestuur voor het behoud van de mo numenten; Monumentenzorg maakt weer een belang rijk deel uit van het twee-wekelijks overleg met de wet houder Stadsvernieuwing en Ruimtelijke Ordening, in wiens portefeuille de Monumentenzorg zich sedert de laatste verkiezingen bevindt. De meer dan 'beroeps matige' belangstelling van de heer Van Schooten be tekent dat de voortgang van het herstel van bijvoor beeld de woonhuismonumenten verzekerd is. Niet onvermeld mag het initiatief blijven van een oud medewerkster, drs. L. J. H. Vroom. Na haar vertrek (zie Jaarverslag 1983) is zij gelukkig voor de Mo numentenzorg behouden gebleven en heeft zij een bu reau opgericht, dat als één der eerste in Nederland volledig gespecialiseerd is in het bouwhistorisch onder zoek. Ondanks de grote waarde van een dergelijk on derzoek voor een restauratie, blijft dit in de praktijk te vaak achterwege. De naam van het bureau is Histovisie en het is geves tigd in het monument Kleine Houtstraat 41A. Elders in dit Jaarboek is een verslag over de restauratie van de monumenten, Ged. Oude Gracht 17-19 opgenomen, een voorbeeld van een bouwhistorisch onderzoek, dat in opdracht van een particulier is uitgevoerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 170