met de Vishal en de Waag worden gestart, waarna de
andere monumenten in de daarop volgende jaren zul
len volgen. Elk van de gebouwen is al jaren aan herstel
toe en het is verheugend dat het moment nu is aange
broken.
Grote particuliere restau- Naast de gemeente zijn ook vele particuliere bezitters
raties bijzonder actief met het behoud van hun monumenten;
allereerst zullen hier de grote monumenten besproken
worden.
Stationsgebouw Het grootste monument van Haarlem is het Ns-station,
dat dit jaar 70 jaar jong is; een uniek gebouw dat een
waardige entree is voor wie Haarlem bezoekt. In tegen
stelling tot de gang van zaken elders is dit station een
paradepaard voor de Nederlandse Spoorwegen, die het
met veel liefde koestert.
In de Ns-reclame komt het veelvuldig terug en dat is
niet zo verwonderlijk. Door de sterk voelbare invloed
van de Art Nouveau heeft het laatste grote ontwerp
van D. A. N. Margadant in zijn functie van HiJSM-ar-
chitect vele gezichten gekregen. De invloeden van
bouwwerken, die in dezelfde tijd verrezen zoals bij
voorbeeld de Beurs van Berlage die 10 jaar daarvoor
tot stand was gekomen, zijn goed afleesbaar. Het sober
gebruik van baksteen met eenvoudige ornamentatie en
de uitdrukkelijk aanwezige staalconstructie van de
enorme kappen zijn karakteristieke kenmerken. De
toegangsgebouwen en de wachtruimten op de perrons
wijken daar weer duidelijk van af met in de steen ge
hakte bladmotieven rond de bogen van vensters en deu
ren, de door Ed. Cuypers ontworpen tegeltableaus in
de hal en boven de toegangen tot de wachtkamers en
de ambachtelijk uitgevoerde betimmeringen.
Bij het 140-jarig bestaan van de Spoorwegen in Neder
lands vormde het Haarlemse station een opmerkelijk
middelpunt; ook nu richt zich het herstelprogramma
van de ns op het gebouw opdat het bij het 150-jarig
bestaan (1989) geheel verjongd gepresenteerd kan
worden.
In de loop van het jaar zijn de grote stalen raampar-
tijen aan de stationspleinkant geheel verwijderd, ont
daan van roest en opnieuw gespoten, van glas voorzien,
teruggeplaatst; hierna zal ondermeer de achterzijde
aan de beurt komen en een begin worden gemaakt met
het vervangen van de dakbedekking.
Het geheel gebeurt in nauw overleg met Monumenten-
176