denis van hun eigendom te hebben gemaakt en bleken
gaarne bereid de gegevens voor dit jaarverslag beschik
baar te stellen.
In een notariële akte van 2 maart 1830 (notaris Cor
nells Gorlings) werd melding gemaakt van de aankoop
door Jan de Hoog, gehuwd met Anna Maria Schaef-
fers. Hun enige zoon, Jan August, werd naderhand
koster van de Grote of St. B avoker k. Acht jaar na het
overlijden van diens vader in 1831, kwam het pand in
handen van een borstelmaker, Pieter van Bruschel, die
het voor f 1.100 kocht, die het op zijn beurt in 1893
weer doorverkocht aan Gerard Boogaard, van beroep
meestersmit en rijksschatter, voor f 2.000.
Een maand voor diens overlijden komt het pand voor
eenzelfde bedrag weer in bezit van de familie De
Hoog, doch nu de dochter van Jan August die onder
wijzeres was. Na haar overlijden in 1943 's het na
gelaten aan de gezusters Kennedie, die op nr. 100
woonden. Via een openbare veiling is het voor een be
drag van f 3.300 in eigendom gekomen van de Teylers-
stiehting, die het huis in 1976 aan de toenmalige huur
ders, de familie Walstra-Nelissen, verkoopt.
Tot slot kopen Anke Vermeer en André Wakker het
pand voor zelfbewoning in 1982 en storten zich in het
avontuur van het herstel van een grachtenpandje, dat
in geïllustreerde bladen zo beeldend en romantisch
wordt beschreven.
Het avontuur wordt door hen als volgt beschreven:
Eigenlijk hebben wij dit huis ongehinderd door enige
kennis van zaken in 1982 gekocht. We hadden het
pand weliswaar van te voren met een medewerker van
monumentenzorg grondig bekeken en we zagen dus
snel dat enkele gebreken snel verholpen zouden moe
ten worden, maar wat het echt zou gaan betekenen
om in dit pittoreske grachtenpandje te wonen, daar
konden we slechts naar gissen. We zijn begonnen de
waterleidingen en electriciteit te laten vernieuwen. Te
vens werden gasleidingen aangelegd (er werd nog op
olie gestookt) en boven hebben we een badkamertje
laten bouwen. Nadat we zelf alles goed in de verf had
den gezet en verscheidene plafonds in bijvoorbeeld
gipsplaat hadden vernieuwd, was het huis weer prima
te bewonen. En toen de achtergevel! Het topje van de
achtergevel kon je bijna omver blazen, de top van de
trapgevel stond ogenschijnlijk gevaarlijk scheef en ra
men en kozijnen waren op verschillende plaatsen ver
rot en waren bovendien niet meer in oorspronkelijke
189