ide
zo-
ille
vee
ijze
ge-
vel-
,eer
vij-
aue
be-
)ro-
uin
tar-
cht
,an-
Nieuwe Groenmarkt i
Op de plaats van de tuin bevond zich sinds 1825 de
stalhouderij van de eerder genoemde familie Feije. De
koetsen van deze stoeterij waren een alledaags ver
schijnsel in het Haarlemse stadsbeeld van vóór de oor
log. Na het overlijden van de laatste firmant is het
gehele bezit aan koetsen etc. geveild en is er een perio
de van grote rust ingetreden voor deze plek, die voor
heen zo dicht bij de lichte en zware zijden van het
leven stond.
Jarenlang heeft Brakeboer, een van de bewoners van
het blok, veel tijd besteed aan de zorg voor deze bin
nentuin, die steeds meer de vorm kreeg van een groene
oase temidden van het versteende buitenmilieu, dat zo
eigen is aan het stadsmilieu. Een van de opvolgers van
Brakeboer, na diens overlijden, bleek een aanhanger
van de 'natuurlijke' ideeën van Le Roy en door het
stapelen van stenen tot muurtjes, het graven van vij
vers en het planten van struiken van de meest uiteenlo
pende soorten ontstond er een merkwaardig groen fe
nomeen.
Naast deze flora ontwikkelde zich een fauna van kip
pen, eenden, bijen en konijnen. Door illegale toegangen
ontwikkelde de tuin zich steeds meer tot een openbare
tuin, die door de oprichting van een 'Buurtvereniging
Brakeboertuin' realiteit is geworden. De ontwikkeling
van de tuin wordt sedert enige tijd gecoached door de
Dienst Hout en Plantsoenen.
Op 6 mei kon het aannemersbedrijf met enige trots een
uitnodigingskaart verzenden aan de meest betrok
kenen bij het herstelproces van de grootste duiventil
die Haarlem ooit gekend heeft. Verloederd of uiterst
bouwvallig zijn kwalificaties die veelvuldig in verband
met dit pand in de officiële stukken voorkomen en een
weddenschap afsluiten op een mogelijke kans op her
stel stond bij voorbaat gelijk met het weggooien van
geld.
Een bouwhistorische inspectie van Monumentenzorg
Haarlem geeft in het kort de volgende kenschetsen.
Het pand is evenwijdig aan de rooilijn en aan de noord
zijde tegen het hoekhuis gebouwd. Aan de zuidzijde
heeft het een vrijstaande tuitgevel. Voor- en achterge
vel zijn zogenaamde langs-(lijst-)gevels. Tussen per
ceel nr. 1 en nr. 3 is een smalle gang. Ongeveer in het
midden is een luchtboog, die een versteviging vormt
tussen de zuidelijke tuitgevel van nr. 1 en de noordelij
ke tuitgevel van nr. 3. Het huis heeft een steile, hoog
195