Inmiddels was in 1914 wel een prijsvraag uitgeschre ven. Uit de 26 inzendingen viel de keus op het ontwerp van (prof. dr.) J. Bronner. In 1920 had het initiatief zoveel gestalte gekregen dat kon worden overgegaan tot het plaatsen van de fonteinbak op de daarvoor uit gekozen plaats aan de Dreef. Tot 1932 'sierde' dit hal ve Hildebrand-monument dit deel van de Haarlem merhout. Toen ontving het Comité van gemeentewege het bericht dat een reorganisatieplan van Dreef en Fonteinlaan in de maak was. Onder andere het steeds toenemende verkeer maakte het noodzakelijk dat de fontein verdween. Het voert ons te ver om op deze plaats uitgebreid in te gaan op de toen volgende inmiddels berucht gewor den-langdurige discussie over waar de beeldengroep met fontein dan geplaatst diende te worden. Het zou uiteindelijk tot 1956 duren-24 jaar later-dat de de finitieve beslissing viel om het monument op de huidi ge plaats - ten zuiden van het Hertenkamp - op te rich ten. Deze plek was al in 1932 in een raadsbesluit be stendigd maar-vreemd genoeg - besloot het toenmali ge college van b w een jaar later op deze beslissing terug te komen. De toen volgende discussie laaide zo hoog op dat door de burgemeester zelfs een beroep op de Kroon werd gedaan om de beslissing ongedaan gemaakt te krijgen. Hij werd echter in het ongelijk gesteld en de aangewezen plaats bleef voor het mo nument gereserveerd. Ook duurde het tot na de Tweede Wereldoorlog dat Bronner zover was met het beeldhouwwerk dat gericht over de plaatsing ervan kon worden gesproken. Daar mee kwam de plaats van het monument weer in de belangstelling en laaide de discussie daarover opnieuw op. Er werd in 1949 zelfs tot een extra budget besloten om middels een maquette een oplossing voor de proble matiek te vinden. Enkele jaren later in 1956 werd een aantal keren tot een proefopstelling van de gips modellen ter plaatse overgegaan. Daarop volgde de de finitieve beslissing. Daarmee was het Hildebrand-monument nog geen feit. Het zou nog zes jaar duren totdat-op 1 juni 1962- de feestelijke onthulling plaats vond. Dat met deze feestelijkheden het rumoer rondom het Hildebrand-monument zou verstillen bleek achteraf een illusie. Dit monument zou vanaf de oprichting her haaldelijk in de-nationale belangstelling komen te staan. Al direct diende zich het probleem aan dat de 206

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 208