te kijk staan op het schavot, waarna Anna drie jaar
gebannen werd buiten Haarlem, Rijnland en Ken-
nemerland. Jan Claesz. werd drie jaar binnen de stad
gebannen. Beiden moesten de kosten van het proces
betalen en beloven dergelijke schrickelicke saecken
ende duyvels inventien niet meer te zullen doen.
Heel duidelijk is de relatie tussen de uitspraken van
een waarzegger/kwakzalver en betichting wegens to
verij bij de praktijken van Andries Adriaansz. die in
1609 voor de burgemeesters werd geroepen. Hij maak
te mensen wijs dat ze betoverd waren, noemde de naam
van degene die hun dat aangedaan zou hebben, en ge
nas de betoverden dan met wat water uit een doopvont
en medicijnen uit de apotheek. Andries moest de kos
ten van zijn gevangenis en een boete van zes karolus
guldens betalen. Claes Buyssant, die op gezag van An
dries een Betgen Jansdr. gescholden had voor de to
venaarster die zijn kind betoverd had, moest vergif
fenis vragen en verklaren dat hij van Betgen niets dan
goeds wist. Ook hij moest zes gulden boete betalen. In
1615-1616 bleek dat Andries zijn praktijken hierna
niet gestaakt had.
In de geschiedenis van Barthelmees Cornelisz. van
Amersfoort blijkt niets van betichtingen die voortvloei
den uit zijn bemoeiingen, hoewel die qua aard niet veel
verschilden van die van andere waarzeggers. Hij wordt
omschreven als iemand die zonder vaste woonplaats
door het land zwerft en erom bekend staat dat hij be
zetenen en andere gebrekkigen kan belezen en ge
nezen. In Haarlem had hij Maritgen Crijnen, de vrouw
van de gorter Engel Jansz. die metten viant gequelt
was, ofwel bezeten door de duivel, zodanig belezen dat
hij niet minder dan tien boze geesten uit haar had uit
gedreven.20) Dan volgt een curieuze passage in de
schoutsrol. Barthelmees had, toen hem daarnaar ge
vraagd werd, ontkend de namen van de tien uitge
dreven geesten nog te kunnen noemen, of daarvan aan
tekening gehouden te hebben. Hier hadden de heren
van het gerecht hem op een leugen betrapt, want zij
hadden zijn memorieboekje gevonden, waarin hij ei
genhandig deze namen genoteerd had gelijck alle de
geene die metten bosen (oorspronck van alle logenen)
ende diergelycke superstitiën ende wichgelerye om
gaen gewoonlyck zyn te doen. Kennelijk waren dit
soort lieden dus gewoon een administratie van hun
doen en laten bij te houden. Jammer genoeg is dit aan
tekenboekje niet bewaard, en het valt te betwijfelen of