jaren een zeer bekwaam en toegewijd lid van het be stuur in hem. Hij was tevens bestuurslid van Hendrick de Keyser en Haarlems Bloei en hij had zitting in de Stichting Vrienden van Van Looy. Uit dit alles blijkt zijn liefde voor de stad en in het bijzonder voor stichtingen en gebouwen, die soms eeuwenlang een functie hadden en volgens hem waard waren in stand te worden gehou den. Daarnaast gaf hij zijn krachten aan de Vereenigde Doopsgezinde Gemeente. Opgegroeid in de gemeen ten, die zijn vader had gediend, was hij uitstekend op de hoogte van zaken van bestuur en beheer. Daarbij kwam, dat zijn mede-directeuren van De Erven Bohn tot die gemeente behoorden en er zal in de Franke- straat ongetwijfeld veel interne informatie zijn meege deeld aan de jonge Dijkema. Geen wonder dat de Groote Kerkeraad hem in 1935 benoemde tot lid van de Dienende en daarmee van de Groote Kerkeraad. Ook hier bleef zijn kennis van zaken niet onopgemerkt: Administrateur van het Fonds van Jacobus van Zan ten, regent van het Zuiderhofje, bestuurder van het Fonds voor Buiten- en Binnenlandse Noden, regent van het Doopsgezind Weeshuis, bestuurder van 'Spaar en Hout'. Daarnaast was hij afgevaardigde voor de Haar lemse Gemeente in de Algemene Doopsgezinde Socië teit en lid van de belangrijke Commissie ter Uitdeling. Bij de reorganisatie van het bestuur van de doopsgezin de gemeente werd hij de eerste voorzitter van de ker keraad. Tevoren werd het D.B. gevormd door drie predikanten. Piet Dijkema was een man met grote kennis van zaken. In december 1981 kwam van zijn hand een boekje ge reed met een opsomming van instellingen en besluiten van de kerkeraden, zulks als aanvulling op een in 1933 gepubliceerd boekje. Daar was veel speurwerk aan voorafgegaan. Volgende generaties zullen telkens te ruggrijpen op deze door hem aan de gemeente nagela ten erfenis. Piet Dijkema, niet altijd even gemakkelijk in de om gang, maar vervuld van een voor anderen verborgen vroomheid, die hem, samen met zijn vrouw in staat stelde ook heel moeilijke gebeurtenissen te verwerken en te aanvaarden, een man, nogmaals, met grote liefde voor stad, doopsgezinde gemeente en broederschap. Zo is hij herdacht op die zon-overgoten dag in februari. C. P. HOEKEMA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 262