dat wist hij op degenen met wie hij werkte over te bren gen. Als weinigen besefte hij ook de macht van het geschreven woord. Menigmaal hanteerde hij het me dium krant om zijn verontwaardiging over bepaalde misstanden en onrechtvaardigheden kenbaar te ma ken. Vaak op onverbloemde wijze, maar heel dikwijls gebeurde dat ook bedekt. Hij was er een meester in zijn commentaren op de eerste pagina van de krant zo in elkaar te steken, dat het leek alsof hij zo'n beetje kool en geit wilde sparen. Dat mocht misschien zo lij ken, maar in werkelijkheid liet het aan duidelijkheid weinig te wensen over: er stond geschreven wat hij wil de schrijven, alleen, de relativering was ingebouwd. Dat was voor hem ook de manier om bij vriend en vij and het krediet van de integriteit te kunnen behouden. Juist die manier van met taal omgaan stelde hem in staat veel meer te zeggen dan anders misschien moge lijk was geweest. Dat brengt mij op Lodewijks' eigen overpeinzing in het grote interview dat zijn opvolger Frans Nypels in 1981 met hem maakte, toen hij afscheid nam: Ik heb, dat durf ik best van mezelf te zeggen, de zeer gevaarlijke neiging om de dingen te zeggen, waarvan ik vind dat ik ze moet zeggen. Gevaarlijk, omdat ik best besef dat ik stukken en brokken kan maken. Maar ik geloof, dat is mijn gewaarwording zo langzamerhand, dat een schrijver en ook een journalist dingen schrijft waar hij zelf verbaasd over staat. Dat hij denkt: gut, waar komt dat vandaan, 't Klinkt wellicht wat mystiek, maar zo voel ik het. De Belgische filosoof Arnold Geu- linkxs heeft eens gezegd: 'alles wat je doet en waarvan je niet weet hoe je het doet, doe je niet zelf.' Dat geldt ook voor alles wat je zegt en denkt. Bedenk nou eens, dat je daar helemaal niks mee te maken hebt. Je zit daar maar en je mond gaat heen en weer; er komt geluid uit en je zegt wat. Ja, verrek, wie zegt dat? Ben ik dat? Zo is het een beetje. Anders kun je bepaalde dingen niet meer doen, niet meer zeggen, niet meer schrijven. Ik wil maar zeggen dat je zelf eigen lijk niet de moeite waard bent om veel drukte over te maken. Je functioneert gewoon als instrument voor iets waarvan je de betekenis, de oorsprong en de crea tieve kracht helemaal niet beseft, niet kent-mis schien ook nooit zult leren kennen. Lodewijks was een raadselachtig mens. Als hoofdre dacteur was hij soms heel merkbaar aanwezig, andere momenten was je je totaal niet meer bewust van zijn 262

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 264