tegen toverij aankeek, ondanks zijn vaagheid en ver moedelijke onjuistheden, overeenkomt met het beeld dat de archiefbronnen opleveren. Het voor alles be dacht zijn op bedrog, waarom heel Palinghs boek draait, blijkt zelfs niet specifiek voor de 17de eeuw. Deze scepsis kenmerkt ook de houding van het Haar lemse stadsbestuur ten opzichte van toverij in de twee de helft van de 16de eeuw, toen elders in Holland wel heksen veroordeeld en verbrand werden. Palinghs be wering dat deze sceptische houding van de magistraat bepalend was voor het ontbreken van heksenprocessen wordt ondersteund door het archiefmateriaal. Van on derop, uit de bevolking, kwamen genoeg betichtingen die hadden kunnen leiden tot een proces. Tegen de dochters van Kenau lijken de bewijzen voor het opra pen gelegen te hebben. Van bovenaf werden de zaken echter consequent tot hun ware proporties terugge bracht. Men was zeer alert op de rol die waarzeggers en on bevoegde genezers speelden in het initiëren van be schuldigingen en het verbreiden van de angst voor be tovering onder degenen die voor hun klachten de hulp van zulk volk inriepen. Het openbaar te kijk zetten van deze bedriegers was behalve een strafmaatregel ook een middel om de mensen in te prenten dat aan de woorden van waarzeggers geen waarde gehecht moest worden. Als niemand hun uitspraken over toverij meer serieus zou nemen, zou het met de angst voor be tovering en de betichtingen, die een haard van onrust onder de bevolking vormden, ten dele ook gedaan zijn. Ten dele, want waarzeggers en dergelijke waren niet de enige bron van toverijbetichtingen. Het gemak waarmee de vredelegging voor de burgemeesters be tichtingen onschadelijk maakte lijkt erop te wijzen dat 'tovenaarster' en equivalenten daarvan in allerlei ge wone ruzies als scheldwoord gebruikt konden worden. Betichtingen van toverij komen bij de vredeleggingen voor naast betichtingen van onkuisheid, beunhazerij en andere aantastingen van iemands goede naam. De arbitrageprocedure voor de burgemeesters zuiverde in al deze gevallen de naam van de beledigde. Toverij betichtingen zijn echter veel onaangenamer dan ande re beledigingen omdat, in het geval dat de oorspronke lijke ruzie hoog oploopt en een gerechtelijke procedure volgt, de bewijsvoering dikwijls in het nadeel van de betichte uitvalt. Door het schelden voor tovenaarster tijdig van zijn angel te ontdoen, op een manier die ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 30