1623 15/11 Vrede gelegd tussen Andries van Huele, Barbel Stocmans en Me- chelyntgen van Huele m.b.t. betichtingen van toverij. Res. Burg. k. 10/6 (ongefol.). 1626 20/3 Vrede gelegd tussen Tanneken Segers en Gosentgen Gosens en Maeyken Pieters die Tanneken van toverij verdacht gemaakt heb ben. Res. Burg. k. 10/6 (ongefol.). 1628 10/7 Jan Tyssen lintwerker, wonende buiten de Kleine Houtpoort, zal berispt worden omdat hij bezetenen en betoverden beleest. Oud Arch. Ned. Herv. Gem. nr. 10/4 (ongefol.). 1628 5,9/12 Vestiging van Maeyken Maertens, waarzegster van Leiden, in de Korte Zijlstraat door de kerkeraad gesignaleerd. Oud Arch. Ned. Herv. Gem. nr. 10/4 (ongefol.). Noten 1 Veel nadruk op de rechters en de geleerde cultuur legt R. Mandrou, Magistrals et sorciers en France au xvue siècle (Parijs, 1980). Klassiek m.b.t. toverij onder 'het volk' is K. Thomas, Religion and the Decline of Magie (Harmondsworth, 1973). Een verband tussen toverij en voorchristelijke voorstellingen b.v. bij C. Ginzburg, The Night Battles. Witchcraft and Agrarian Cults in the Sixteenth and Seventeenth Centuries (Londen, 1983). Voor het verband tussen toverij en spanningen binnen een gemeenschap, naast Thomas, a.w., o.a. A. Macfarlane, Witchcraft in Tudor and Stuart England Londen1971), P. Boyer, S. Nissenbaum, Salem Possessed (Cambridge, Mass., 1976), J. P. Demos, Entertaining Satan. Witchcraft and the Culture of Early New England (New York, 1982). Het verband tussen toverij en staatsvorming b.v. C. Larner, Enemies of God: the Witch-Hunt in Scotland, (Londen, 1981), en Witchcraft and Religion (Oxford, 1984), R. Muchembled, Culture populaire et culture des élites (Parijs, 1978), spec. pp. 292-296. De wisselwerking tussen geleerde- en volkscultuur o.a. bij J. Delumeau, La Peur en Occident (Parijs, 1978), en G. Schormann, Hexenprozesse in Deutschland (Göttingen, 1981). 2 'tAfgerukt Mom-aansight der Tooverye: Daer in het bedrogh der gewaande Toverye, naakt ontdekt, en met gezonde Redenen en exempelen dezer Eeuwe aangewezen wort (Amsterdam, 1659), herdrukt Amsterdam 1725. Abraham Palingh is in de biografische woordenboeken nergens elders te vinden dan bij C. G. iöc\\tr,Allgemeines Gelehrten Lexicon, 4 din. (Leipzig, 1750-1751). Deze weet alleen te melden dat hij een Hollander was die een boek tegen de toverij geschreven heeft. K. Baschwitz noemt hem in zijn Hexen und Hexenprozesse (München, 1963), p. 360: 'Dr. Abraham Palingh, Stadtarzt in Haarlem'. Dit is zeker fout, in het voorwoord van zijn boek vermeldt Palingh zelf dat hij niet competent was om te bepalen wat er aan de hand was met een vrouw die beweerde betoverd te zijn. Voor de diagnose (bedrog) baseerde hij zich op het oordeel van een arts. Het lijkt onwaarschijnlijk dat Palingh gepromoveerd was. In het Album Studiosorum van de Leidse universiteit komt zijn naam niet voor. Zie verder noot 10. 3 Voor de ontwikkeling van dit beeld, N. Cohn, Europe's Inner Demons (St. Albans, 1976). 4 Complete titel: De Betoverde Weereld, Zynde een grondig 33

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 35