A. F. J. NIEMEIJER Een zijl in de Raaks bij de Zijlvest? Reeds langer dan honderd jaar worden Haarlemken ners vergast op theorieën over de herkomst van namen als Zijlweg, Zijlvest en Zijlklooster. Velen hebben hun gedachten al laten gaan over de schaarse bronnen en met enige regelmaat zagen nieuwe inzichten het licht in de vorm van publikaties die een oplossing van het vraagstuk aandroegen; zij het slechts een tijdelijke. La ten we de belangrijkste ideeën hierna volgen. F. Allan beschouwt in zijn standaardwerk over Haar lem, waarvan het eerste deel in 1874 verscheen, een water dat even ten zuiden van de Brouwersvaart in de stadssingel mondde, dat in 1450 als viswater aan de Jonge Schutters werd gegeven en genoemd werd de Vaart als vermoedelijke naamsoorsprong. Bij hem le zen we: Deze vaart moet zich in de richting van de Ruickebier en Houtvaart hebben uitgestrekt, en den naam hebben gedragen van Zijl, of door een zijl (sluis) met het Vestwater hebben vereenigd, van waar de na men van Zijlpoort, Zijlklooster en Zijlstraat afkom stig zijn.1). C. J. Gonnet beweert zeven jaar later, in 1881, dat niet een water ten zuiden van de Brouwersvaart, maar de Brouwersvaart zélf de naam Zijl leende aan de diverse straten en gebouwen. We citeren: De Zijlpoort aldus genoemd naar de Zijl of het toevoerkanaal van duin water Rampen - later Brouwersvaart) dat zich in de nabijheid van deze poort bevindt.2) Vier decennia later is A. A. Beekman, een der grond leggers van de historische geografie in Nederland, de mening toegedaan dat de naam Zijl verband houdt met de aanwezigheid van een sluis. Hij veronderstelde dat de afdamming van het Spaarne, waarvan sprake is in oorkonden uit 1253 en 1286, niet was gelegen te Spaarndam maar in Haarlem, en wel tegenover de hui dige Damstraat.3) Hij schrijft dan: Daar de oude dam in het Spaarne tusschen de monden van de Bakenes- sergracht en de Oude Graeht (sic) lag, zou langs de 36

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 38