stadsgrachten het buitenwater uit het Spaarne achter den dam hebben kunnen komen: er moet dus ergens een afsluiting geweest zijn in die singelgracht. Ik meen dat die gevormd werd door een zijl, d.i. een sluis, ter plaatse waar de Oude Gracht gesneden werd door de Zijlstraat. Deze straat zal haar naam ontleend hebben aan die zijl, evenals haar verlengde de Zijlweg en het 'Klooster bi der Zijl' of 'Klooster te Zijl', het 'Zijl klooster', dat onmiddellijk naast die sluis gelegen was aan de zuidzijde der straat.4) In 1934 bestrijdt S. J. Fockema Andreae dat er een dam in het Spaarne lag binnen de stad Haarlem en daarmee ook dat er een sluis lag in de stadssingel. Hij concludeert verder: Het sluisje, waaraan de Zijl straat, Zijlweg enz. hun namen danken, bestond lang na 1285 en keerde dus geen buitenwater,5) J. M. Sterck-Proot compliceerde de zaak verder door enkele jaren eerder de volgende regels te schrijven: doch uit de 14de eeuw bestaat er een archiefstuk, waarin dat 'zylken' vrij duidelijk wordt aangegeven als gelegen 'aan de Tetteroderweg na die poorte' ter keering dus van een watertje, dat ten Noorden van de Beke vloeide, mogelijk als een vertakking daarvan.6) Deze zinsnede uit Sterck-Proots werk van 1930 ver wijst naar een afschrift van een verkoopbrief uit 1336 of een parafrasering ervan en ook de beide volgende auteurs baseren zich op dit stuk. Het speelt voorts een belangrijke rol in een nieuwe theorie die we hier zullen ontvouwen en in dat verband zal de tekst dan ook wor den aangehaald. P. Hoekstra geeft in 1947 zÜn mening over de oor sprong van de Zijlnamen op weinig consistente wijze weer. Enerzijds stelt hij dat de Zijl een water was dat van het zuiden naar het noorden stroomde. Anderzijds schrijft hij enkele bladzijden verder dat de Zijlweg zijn naam dankt aan het zilekyn dat in de weg gelegen zou hebben en zo de verbinding zou hebben gevormd tus sen de Houtvaart en de Delft voordat de Brouwers vaart (of eigenlijk de Beeksloot) was gegraven.7) Recent wierp ook J. W. Groesbeek zich in de strijd door de Houtvaart en de wateringhe als identiek te beschouwen en het zilekyn in deze waterloop op te ne men als een sluis ter hoogte van de Zijlweg. Hiermee suggereert ook hij een verbinding tussen Houtvaart en Delft gedurende de middeleeuwen, zoals Hoekstra eer der veronderstelde.8) Concluderend kunnen we stellen dat de meningen er- 37

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 39