6 J. M. Sterck-Proot, Haarlems oudste tijden; Een vroeg
middeleeuws stadsbeeld (Haarlem, 1930), pp. 28-29.
7 P. Hoekstra, Bloemendaal; Proeve ener streekgeschiedenis
(Wormerveer, 1947), PP- 45"47-
8 J. W. Groesbeek, 'De Beek van de historische kant bekeken
tot circa 1600', Haarlems Bodemonderzoek, 16 (1982) pp.
47-58, pp. 48-50.
9 M. Eisler, Die Geschichte eines hollandischen Stadtbildes;
(Kultur und Kunst(Den Haag, 1914), p. 25.
10 Haarlem; Heruitgave van een beschrijving uit 1844
(Zaltbommel, 1969). Afkomstig uit: A. J. van der Aa,
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 14 delen
(Gorinchem, 1839-1851); A. F. J. Niemeijer, Metten
westeynde andie vredesloetHaarlems groei naar het
westen 1300-1500 (Doctoraalscriptie Historische Geografie,
aanwezig in Openbare bibliotheek Haarlem), pp. 61-62.
11 H. H. van Regteren Altena en B. M. J. Speet, 'Middeleeuws
Haarlem; Een archeologische en stadsvergelijkende
verkenning', Bulletin van de Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond, 81 (maart 1982) Themanummer
Haarlem, pp. 14-42, p. 27. J. W. Groesbeek, a.w., pp. 51-53.
12 Algemeen Rijksarchief, Archief van de Graven van Holland,
nr. 255, fol. 26 v; nr. 256, fol. 31.
13 Gemeentearchief Haarlem, Thesauriersrekening nr. 4
(1420), zonder folionummers: uutgeven om bier doe men die
veste dalf inAernt Jan lant; nr. 8 (1427), fol. 149 e.v.: van
de veste biden Pythoorn te delven; fol. 112: yserwerk
an vier draybomen an die hecken op crayenhorst ende an die
nuwe vest twisken der zylpoort ende den doelen; nr. 53
(1478/79), fol. 104: item betaelt meester Jacob Janssoon
Priester voir zijn schade him gedaen in zijn lant by de
Zijlpoirt alsmen singel buijten vanden veste maecte. Zie ook
A. F. J. Niemeijer, a.w., p. 68. Het land van Aernt Jan lag
waarschijnlijk ten noorden van de Zijlstraat en ten westen van
de huidige Nassaulaan. De Pijntoren stond op de
noordwesthoek van de muur bij de Kerfsloot. De doelen lagen
nabij de huidige schouwburg.
14 C. van de Kieft, J. C. Visser, G. van Herwijnen (red.),
Historische Stedenatlas van Nederland, afl. 1, B. M. J.
Speet, Haarlem (Delft, 1979), p. 22.
15 G. A. H., Thesauriersrekening nr. 13, (1433), fol. 84; G. A.
H., Kloosterarchieven, inv. 252, fol. 37; P. Hoekstra, a.w., pp.
47. 134-
16 S. J. Fockema Andreae, a.w., pp. 352 e.v.; G. A. H.,
stadsarchief, kast 7.13.1 nr. 1; P. Hoekstra, a.w., p. 132.
17 G. A. H., Thesauriersrekening nr. 112 (1533), fol. 4v; G. H.
Kurtz, De straat waarin wij in Haarlem wonen; Geschiedenis
en verklaring der Haarlemse straatnamen (Haarlem, 1965),
p. 149.
18 A. F. J. Niemeijer, a.w., pp. 56 e.v.
19 G. A. H., Thesauriersrekening nr. 6 (1427), fol. 42V. A. F. J.
Niemeijer, a.w., p. 76.
20 Archief Rijnland, Oud Archief, nr. 12, fol. 110; nr. 5, fol.
118; nr. 18.
21 F. Allan, a.w., 1 p. 330, h pp. 10-11. S. J. Fockema Andreae,
a.w., p. 77 vgl. ook p. 348.
22 P. Hoekstra, a.w., pp. 57-58; S. J. Fockema Andreae, a.w.,
pp. 115-116, 352.
