heeft een belangrijke rol gespeeld in de tot stand-
koming van de beeldhouwwerken ter verfraaiing van
de uitgestrekte tuinen rond Het Loo.
Maar waar kwam in Haarlem de steen uit Lingen aan
en waar werden mogelijk deze beelden bewerkt?
De steenwerf Op 13 september 1689 richtte Romeyn de Hooghe een
verzoek tot het Haarlemse stadsbestuur om in de stad
op te regten den stapel en handel in arduijnsteen van
allerleij soorten uijt het graafschap van Lingen voor
en op ordre van sijn Coningl. Maijt. van Groot Brit-
tanien als grave van Lingen.5) Hiervoor werd hem het
gebruik toegestaan van het bolwerk aan de oostzijde
van het Spaarne buiten de Amsterdamse Waterpoort,
zolang de stad daar zelf geen gebruik van hoefde te
maken. Momenteel is dat het gebied ten zuidwesten
van het Gemeentelijk Energie Bedrijf. Onder de vol
gende voorwaarden kon De Hooghe het bolwerk be
trekken.
1. dat de gebeurde plaets hier neevens vertoont so ver
re als op de teekening staet [zie afbeelding], aen hem
en sijne erfgenaemen gegeeven werden. 2. dat den in
ham van breete en langte als hier genoteert is, van
stadswegen gemaekt werden, en onderhouden met
uijtmodderen en diepen. 3. dat die aen de eene sijde
met een vaste wal en bedding versien werden. 4. dat
het stuck wal van den hals van 't bolwerck afgekruijt,
en daer hij 't nodig vint, op 't erf gebracht werden en so
veel sand, als nodig is, daarbij. 5. dat de binnensloten
opgemaekt en aen de keel gegraven werden. 6. dat de
steenen van groven impost, kraen, wip en andere lasten
vrij gehouden werden, gelijk de scheepen en werkluij
buijten gilden. Waertegen hij Romeijn de Hooghe
presenteert en belooft desen steenhandel en stapel ner
gens als hier ter steede op te rechten, direct of indirect.
Daertoe geene andere als borgers deser steede te em-
ployeeren. Geene als Harlemer gemaekte of te maeken
scheepen, vlotten etc. te gebruijken. Indien de stad,
deselve steenen wil gebruijcken de prijsen te facilitee-
ren. De plaets provisioneel so als hier nevens gaet op-
cieren en bij tijd en wijlen, huijsingen proportioneel
de grootheijt en extensie van deese negotie daer bij
te timmeren. En verders tgeen met de selve steenen
afgevoert werd, mede also hier ter steede fundeeren.
De tekenschool De Hooghe werd door het stadsbestuur dus geen haar
breed in de weg gelegd om zijn steenwerf op te richten.
61