Het ontstaan van gere
geld postverkeer
Boden bij een
handelskantoor. Detail
van een houtgravure
door Jost Amman, 1585.
andere verkeersmiddelen plaatsvinden blijkt het post
verkeer via de traditionele vervoermiddelen nog steeds
toe te nemen. Gebleken is dat naarmate de ontwik
kelingsgraad van de bevolking toeneemt, het aantal
poststukken per hoofd eveneens toeneemt.
In de middeleeuwen was er in Haarlem van geregeld
postverkeer nog geen sprake. Het stadsbestuur had
voor zijn eigen post boden in dienst. Zo is er in de
stadsrekening van 1499 sprake van drie vaste boden in
stadsdienst. Als teken van hun waardigheid ontvingen
zij een 'stadsbosse', een zilveren bus of bodeteken met
een afbeelding van het stadswapen. Wat de positie van
deze 'gezworen' bosdragers betreft: zij hadden een re
delijk aanzien, want in de rangorde worden zij na de
gerechtsboden en voor de chirurgijns genoemd. Zij
reisden soms ver, vooral voor die tijd. Zo blijkt één van
de bosdragers in 1550 in opdracht van de burgemees
ters naar Brussel te zijn gereisd voor welke reis hij zes
dagen nodig had.
Kloosters en welgestelde kooplieden namen eigen bo
den aan, al dan niet in vaste dienst. Ook schippers wer
den vaak te hulp geroepen om boodschappen over te
brengen.
Pas na het Beleg van Haarlem in 1572/73, toen het
stadsbestuur overigens noodgedwongen postduiven
voor het contact met de buitenwereld moest inzetten,
kwamen er aanzetten tot geregeld postverkeer. Naast
de stadsboden, die geen vaste route hadden, kwamen
er ook koopmansboden, die dit wel hadden. De eerste
koopmansbode met een vaste bestemming was Jenning
de Sanger, die een dienst op Dorsay onderhield. Hij
werd aangesteld op n oktober 1574. Ook deze gezwo
ren koopmansboden moesten een eed aan het stadsbe
stuur afleggen. In 1591 waren er reeds zes boden die
een dienst van Haarlem op Zeeland onderhielden en in
1595 werden er vijf boden op Amsterdam benoemd.
Het aantal bodediensten breidde zich vervolgens ge
staag uit, vooral in het begin van de 17de eeuw. Er
werden bodediensten ingesteld (in chronologische volg
orde) op Gent, Antwerpen, Brugge, Roesselaere, Lei
den, Dordrecht en Rotterdam - men ziet de connecties
met de Zuidelijke Nederlanden-en in 1616 zelfs op
het land van Kleef.
Het stadsbestuur hield nauwlettend toezicht op deze
bodediensten. Omstreeks 1620 benoemden de bur
gemeesters de eerste geconstitueerden der Stadt Haer-
67