ve van de bestelling van de brief- en pakketpost. Intussen ontstonden er plannen voor een nieuwe struc tuur van de postdienst. Gedwongen door het steeds toe nemende postverkeer en de steeds kortere stoptijden van de reizigerstreinen, was het laden en lossen van de post in en uit de treinen steeds moeilijker geworden. De ptt besloot in overleg met de ns een apart net van posttreinen in het leven te roepen, waardoor post op de hoofdverbindingen in afzonderlijke treinstellen kon worden vervoerd, waardoor men niet langer afhanke lijk was van de bestaande reizigersperrons. Ook de ns wilden de reizigerstreinen van allerlei verstorende ne venactiviteiten ontlasten. Daar kwam bij, dat de ptt al in 1970 besloten had het aantal expeditiekantoren te beperken, waardoor op toekomstige centrale verdeel- kantoren voldoende post aanwezig zou zijn om te kun nen mechaniseren respectievelijk automatiseren, zodat dan een optimaal gebruik kon worden gemaakt van de postcode. Voor de ptt gaf dit een grotere bewegings vrijheid met betrekking tot de plaats van vestiging van de te stichten nieuwe postverdeelcentra. Besloten werd om landelijk 12 moderne expeditieknooppunten in te richten. Eén van deze knooppunten moest het expedi tieknooppunt Haarlem worden, waar de te verzenden post uit en de ontvangen post voor het grootste deel van de provincie Noord-Holland en een klein deel van Zuid-Holland moest worden behandeld. Voor Haarlem betekende dit, dat er gezocht kon wor den naar andere vestigingsplaatsen dan in de onmid dellijke omgeving van het station. Uit de verschillende mogelijkheden bleven tenslotte twee reële mogelijkhe den als vestigingsplaats over, te weten de Veerpolder en de Westergracht. Beide locaties waren voor de ptt aantrekkelijk, maar voor de ns was de Veerpolder om spoortechnische redenen praktisch onmogelijk. Bleef derhalve als enige voor alle partijen reële vestigingsmo gelijkheid de Westergracht over. Hier was voldoende grond aanwezig om zowel alle burelen van de districts directie als van die van het plaatselijke postkantoor te huisvesten. Begin 1973 werd met de gemeente Haar lem in beginsel overeenstemming bereikt over de Wes tergracht als locatie voor het nieuw te stichten kan torencomplex. Het bezwaar was evenwel dat er een bestemmingsplan moest worden voorbereid om de bouw mogelijk te maken. Dit had tot gevolg dat alle inspraakprocedures moesten worden doorlopen; de ver keerstechnische gevolgen van de vestiging van een der- 78

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1986 | | pagina 80