herhaald moest worden. Nadat de conducteur alles in orde had bevonden, moest een hoornblazer op zijn trom pet het signaal trein ga voort blazen ten teken dat de trein mocht vertrekken. Tijdens de rit mocht niet ge rookt worden en de passagiers waren ten strengste ver plicht stil te blijven zitten en niet op te staan gedurende den overtogt. Het baanvak werd bewaakt door 21 geüniformeerde mannelijke en vrouwelijke wachters (zie afb. 2), die zo opgesteld waren, dat zij elkaar konden zien. Zij moesten 's ochtends één uur voor het vertrek van de eerste trein op hun post zijn, en mochten pas een kwartier na het passeren van de laatste trein naar huis. Zij moesten bij het naderen van de trein de slagbomen van de dwars wegen sluiten en met witte en rode vlaggen aan de machinist de nodige signalen geven. Bovendien behoor de het tot hun taak om na het passeren van de trein, stukken bagage, die uit de trein of van het dak waren gevallen met nauwgezetheid te verzamelen. Nu alles keurig op schrift stond, was het wachten op de officiële opening. Zelfs ten burele van de redactie van de stoïcijnse ohc werd nu een zekere spanning merkbaar, hetgeen tot uiting kwam in een ietwat levendiger bericht geving. Op 6 augustus 1839 schreef de krant een artikel tje, dat zo waar op een eigen bericht leek: Hedenmorgen is op den ijzeren weg van hier naar Amsterdam een eerste proeve met den stoomwagen genomen. Dit rijtuig, vervaardigd door Longridge te Newcastle, heeft eerst al leen, en daarna met eene aan hetzelve verbonden wagen, die voor het vervoer van reizigers bestemd en vervaardigd is in de fabriek van den heer Soeders te Maarsen, den weg van deze stad naar de Liede en terug met eene gematigde snelheid afgelegd. Deze eerste proeve schijnt alleszins naar wensch te zijn uitgevallen Geen melding maakte de krant van de gereedkoming in die maand van de tweehonderd meter lange schutting tussen de spoorbaan en de rijweg te Halfweg, waardoor van de straat niets gezien kon worden van hetgeen over de spoorweg voortgaat. De directie van de hijsm had deze schutting laten bouwen, omdat men bang was dat de treinreizigers bij het passeren van de sluizen te Half weg, waar het toen nog open Haarlemmermeer en het IJ samenvloeiden, in paniek zouden raken bij het ijzing wekkend gezicht van de grote watermassa's ter plaatse. Ook was de hijsm bevreesd dat de paarden van de rijtuigen op de straatweg, die te Halfweg de spoorbaan zeer dicht naderde, bij het zien van het stoomrijtuig met 2. Overwegwachteres te Half weg, ca. 1900. (in: Maandblad van de nzh, 5 (42) 1964, p. 14) 100

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 102