kitty KiLiAN De Haarlemse loterij van 1606-1607 Loterijen en loterijrijmpjes Loterijen werden in Noord-Europa al in het midden van de vijftiende eeuw gehouden. Ze schijnen zelfs een Nederlandse uitvinding te zijn geweest 2). Maar de vorm van de loterijen verschilde, waarschijnlijk tot ver in de achttiende eeuw, erg van de huidige. Loten-aan-toonder bestonden niet. Iemand nam deel aan een loterij door zich te laten inschrijven in een register, waarbij hij een rijmpje op moest geven. Een Utrechtse loterij uit 1464 is de oudst bekende waarbij inleggers dat deden. Deze rijmpjes, vroeger prozen of deviezen genaamd, horen dus waarschijnlijk al vanaf het vroege begin bij de loterij 3). De inhoud van die rijmpjes lijkt geheel vrij te zijn ge weest, hoewel een al te vrijpostige invulling door de autoriteiten niet altijd werd gewaardeerd. De Antwerpse magistraat verbood in 1524 alle ongeoctroieerde loterij en, onder andere om de vele leelycke oneerbare dichten, prosen ende schimpen ter diffamatie [belediging] van geestelycken ende werlycken persoenen 4). Wat de functie van de rijmpjes was, staat niet vast. Het lijkt echter waarschijnlijk dat de prozen in de vijftiende eeuw, bij de eerste loterijen, hebben gediend ter (extra) identificatie van de inlegger. Daarnaast gaven de rijmp jes ongetwijfeld een vermakelijk tintje aan de trekking van de loten. Die trekking was namelijk een openbaar, publiek gebeuren. Een reden daarvoor zal zijn geweest dat inleggers de kans moesten krijgen om de gang van zaken te controleren. De Haarlemse loterij van Loterijen werden hier ten lande in de zestiende en de 1606-1607 zeventiende eeuw in tijden van financiële nood niet zel den aangegrepen door de overheden als middel om fond sen te werven. Aan het einde van de zestiende eeuw deed zich in Haarlem zo'n situatie voor 5). Weliswaar maakte de stad toen een periode van economische groei door, maar ze had veel schade geleden van haar belege ring in 1572-1573, en van de grote brand in 1576, die 8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 10