ii. Spoorwegovergang met Poll en De Haan. De opdracht die de commissie mee- houten loopbrug aan de Kruis- kreeg luidde als volgt: te trachten de afgebroken onder- ^bk T T2' ^°AH't0P atlaS' handelingen met den Raad van Administratie der Hol- landsche IJzeren Spoorweg Maatschappij weder aan te knoopen en tot eene goede oplossing te brengen, met dien verstande, dat de geldelijke bijdragen, welke bij ene uitvoering van het plan van den heer J.M. Telders ten laste der gemeente zouden komen, in overeenstemming zijn met hare financieele draagkracht. Op 4 januari 1889 had de commissie een eerste gesprek met de hijsm, waarbij het kostenplaatje onder de loupe werd genomen. Naar aanleiding van dit gesprek kwam de maatschappij eerst in augustus met een tegenbod. Men was bereid de gemeente Haarlem tegemoet te ko men door de bijdrage van Haarlem terug te brengen van 39 tot 35 Het College van Burgemeester en Wethouders vond dit aanbod aan de magere kant en kwam met een tegenvoorstel, dat op 19 februari 1890 door de gemeenteraad werd aangenomen. Men bood de hijsm een bijdrage aan van 250.000 gulden, zijnde ongeveer een kwart van de geraamde kosten. De maat schappij kreeg een half jaar de tijd om over dit voorstel na te denken. De Raad van Administratie van de hijsm interpreteerde dit halve jaar wel heel erg ruim. Pas op het einde van de jaren negentig traden gemeente en hijsm weer in overleg met elkaar. Ondertussen reageerde de burgerij, die de problemen rond de spoorlijn door de stad aan den lijve ondervond, met gemengde gevoelens op het touwtrekken tussen de gemeente en de hijsm. Sommige burgers zochten zelfs de openbaarheid en lieten in geschriften weten wat zij 114

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 116