WIM DE WAGT
Tussen kunstnijverheid en
functionalisme
De voormalige Haarlemse Huishoud- en
Industrieschool van Dick Greiner
Amsterdamse School
In de jaren twintig en dertig vonden in de Nederlandse
architectuur vernieuwingen plaats, die van groot belang
bleken voor het na-oorlogse bouwen. Jammer genoeg is
Haarlem mager bedeeld met voorbeelden hiervan. Nu
wil het toeval dat uitgerekend in het Rozenprieel, een
sobere laat-19de eeuwse wijk, een gebouw staat met
duidelijke kenmerken van nieuwzakelijke bouwkunst:
de in 1935 verbouwde - voormalige - Haarlemse Huis-
houd- en Industrieschool (hhis), ontworpen door de
Amsterdamse architect Dick Greiner.
Omstreeks 1931 moet het bestuur van de hhis Greiner
opdracht hebben gegeven het bestaande onderkomen
(1903) te moderniseren en uit te breiden met een nieuw
gedeelte I). Kennelijk had men te maken met een forse
toename van het aantal leerlingen, want Greiner diende
de omvang van de school meer dan te verdubbelen.
Daarbij voldeed het oude pand niet meer aan eigentijdse
opvattingen over onderwijs in een hygiënische omgeving
en vertoonde het gebouw ernstige bouwkundige gebre
ken, zoals poreuze muren en een slechte fundering.
Na jaren van voorbereiding en uitputtend overleg zou
uiteindelijk een schoolgebouw ontstaan dat in de jaren
dertig tot de modernste van ons land behoorde.
De eerste schreden van Dick Greiner (1891-1964) in de
bouwkunst zijn te traceren aan het begin van de jaren
twintig 2). Als geboren en getogen Amsterdammer on
derging hij de invloed van de architectuurstroming die
onlosmakelijk verbonden is met de hoofdstad, de Am
sterdamse School. Het is niet zonder betekenis dat deze
stijl, met zijn nadruk op plastische vormgeving en flam
boyante baksteentoepassingen, zijn hoogtepunt beleefde
kort voordat Greiner zijn praktijk begon, namelijk tus
sen 1915 en 1920. Belangrijkste vertegenwoordigers van
deze fase waren Michel de Klerk (1884-1923), Piet
Kramer (1881-1964) en Johan Melchior van der Mey
119