Meer nog dan aan de buitenkant, laat Greiner zich bij de vormgeving van het interieur kennen als een architect die bijzondere betekenis toekende aan de integratie van functionaliteit en decoratie. Dit blijkt vooral uit de grote hoeveelheid gebrandschilderd glas die hij heeft toe gepast. Ten eerste in de enorme raampartij van het hoofdtrappenhuis. Ten tweede in de ronde binnenven- sters die op gezette plaatsen in het gebouw te vinden zijn. Greiner heeft twee typen binnenvensters toegepast. Het ene is geplaatst in de vertrekken, waaronder de directie kamer, die op de eerste en tweede verdieping aan de hal liggen. Binnenskamers ligt het raam in een halfronde nis; het glas is oranje en geel gekleurd, gevat in een sierlijk lijnenspel uitwaaierend vanuit het midden. De vensters zijn in de muur geplaatst, die de vertrekken scheidt van de hal. Omdat de hal op het westen ligt, worden de kamers in de namiddag verlicht door een warme gloed. Het andere type venster is aangebracht in kleine binnenkamers die verspreid door het hele gebouw liggen; sommige van deze kamers, namelijk die aan de hoofdgang, lijken vooral bedoeld voor een informeel, 9- Binnenvenster (gekleurd glas-in-lood) in nis, (voormali ge) directricekamer. (Foto Wim de Wagt 1990) 10. Rechts: hoofdtrappenhuis. De belangrijkste routes in het gebouw maken een lichte en ruimtelijke indruk, mede dank zij de gladde, ornamentloze af werking van de muren. (Foto Wim de Wagt 1990) 130

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 132