miserable mannen die in grote miserie waren geraakt
door het beleg, de grote brand en nog meer verschrikke
lijke benouicheyde, eenich onderhoudt ende gemack toe
[te] schicken, als wesende een saecke die een yeder by
den almachtigen God ten hoochsten es gerecommandeert.
Van omstreeks dezelfde tijd zal ook het reglement voor
de loterij dateren, waarin wordt vastgesteld welke
prijzen er te winnen waren I9).
Een maand later reisde de bewindhebber-generaal naar
Den Haag, waar in 1605 een loterij was gehouden ten
bate van een wees- en pesthuis. Hij stak er zijn licht op
over het aantal generaals (coördinatoren) dat aangesteld
diende te worden in de steden en dorpen die zouden
meedoen, over hoeveel loterijkaarten men diende te
verspreiden en welke bedragen met de organisatie ge
moeid zouden zijn. Later in dezelfde maand bereisden
de bewindhebbers twee aan twee alle steden van Noord
en Zuid-Holland, om aan de magistraten toestemming
te vragen loterijkaarten op te hangen, en om in de
deelnemende plaatsen generaals aan te stellen 2°). De
taak van de generaals was om reclame voor de loterij te
maken, en waarschijnlijk ook om collecteurs aan te stel
len die zouden assisteren bij de verkoop van de loten.
Het gebied dat door de loterij bestreken werd was echter
groter dan Holland en West-Friesland, waarvoor het
octrooi was afgegeven. We vinden collecteurs op Wal
cheren, in Dokkum, Leeuwarden, Harlingen en Sneek,
in Kuinre, Kampen en Elburg en in de provincie Utrecht.
Daarnaast zijn er deelnemers in La Rochelle, in Keulen,
in Emden en in Londen. Weliswaar dient gezegd dat in
de Friese, Overijsselse en buitenlandse steden slechts
weinig mensen deelnamen. Nergens in de bronnen van
de loterij blijkt overigens dat er problemen zijn ontstaan
over deelname van buiten Holland en West-Friesland.
Inmiddels werden er in Haarlem zo'n 1200 loterijkaarten
vervaardigd. Wie het ontwerp maakte is niet bekend.
Ze werden, ongetwijfeld in gravure of houtdruk, ver
vaardigd door de boekdrukker Gillis Rooman, waarna
Harmen Adolfsz. van Pappen ze inkleurde: we mogen
dus aannemen dat er afbeeldingen op stonden. Een deel
van de kaarten werd op borden bevestigd, een ander
deel plakte men op canvas. Dit waren de rolcaerten, die
werden voorzien van rode en witte franjes, in de kleuren
van Haarlem, en van gedraaide houten rollen aan boven-
en onderkant. Door het puntje van een stok te steken
in een ijzeren ring aan de bovenste rol konden ze rond-