■p a jl a 11 s m. dam. Hij koos daarvoor, omdat hij op die manier ook zijn literaire aspiraties hoopte waar te maken. Bovendien had hij het boekenvak reeds als auteur van nabij leren kennen. Zijn literaire loopbaan begon rond 1810. Hij schreef romantische melodrama's, waarvan de meeste ook opgevoerd werden. Daarnaast besprak hij van 1819 tot aan zijn dood in 1833 vele (voornamelijk Amsterdam se) toneelvoorstellingen; deze recensies verschenen anoniem in tijdschriften die Cramer zelf redigeerde en die hij vanaf 1827 bovendien zelf uitgaf. Zijn eerste roman verscheen in 1826, een droevig verhaal over de verleidingen waaraan de dochter van een lichtzinnige moeder blootstaat. De kritiek vond het geen slecht boek, maar te haastig geschreven. Er zou nog een aantal ro mans volgen die dit euvel in toenemende mate vertoon den: Cramer schreef om geld te verdienen, hij werd een broodschrijver wiens werk vooral in leesbibliotheken erg populair was. Ook schreef hij reisverhalen en schetsjes, op een eigen luimige wijze, die door tijdgenoten als oppervlakkig werd ervaren, maar waarin juist de gewone dingen van de dag aan de orde komen. De scherpe opmerker Cramer biedt een boeiende blik in de wereld van rond 1830. En die blik bleef niet tot Amsterdam beperkt. Anton Cramer maakte reisjes en doet daar genoeglijk verslag van. Ook van zijn bezoekjes aan Haarlem. Hij trok zoveel mogelijk profijt uit zijn schrijverij door vanaf 1827 alles zelf uit te geven. Zijn fonds telt verder een aantal pamfletten en spotprenten met betrekking tot de Belgische Opstand, die eind augustus 1830 uitbrak. Een aantal daarvan is te vinden in Cramers belangrijkste uitgave, het satyrische tijdschrift Die Arke Noach's (1827-1834). Hij verkocht ook prenten van anderen en schijnt één van de grootste handelaars in spotprenten van zijn tijd geweest te zijn. Anton Cramer overleed op 16 juli 1833. Hij had zich uit geldgebrek letterlijk doodgeschreven. Veel van de reisverhalen bundelde Cramer in zes deel tjes: De pelgrim der Nederlanden schetsende de zeden en gebruiken in onderscheidene steden en dorpen (Amster dam 1827-1829). In het eerste deeltje, verschenen in 1827, beschrijft hij een bezoek aan Zandvoort. In het derde deel, verschenen in 1828, schrijft hij over een dagtochtje naar Haarlem en Bloemendaal. De tocht naar Zandvoort en het eerste gedeelte van het bezoek aan Haarlem volgen hieronder. Het tweede deel 138 JO HKTSKNl»K 5»K XKI»KN EX trSfiïiBAïKEÏC ÏK omiKHNCHKÏliKNK STKIIKX KX UOKl'EX. I? A M IS II AAT DA rllAMKH <C CDMYA Titelpagina van het derde deel van De pelgrim der Nederlan den (Amsterdam 1828).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 140