'ameublement', en traden de burgemeesterskamer binnen. Het kleinste deel van dit vertrek was door een kolossaal hekwerk (of balie) omgeven, waar binnen eene tafel met drie a vier stoelen op eene eenigzins verhevene zoldering geplaatst was. 'Hier ter plaatse zitten de burgemeesters,' zeide de meid, die mij rondleidde. Het kwam mij voor, dat zij daar zeer gedrongen moeten gezeten zijn. Het spreekwoord zegt: 'als men, maar vrij van togt zit'. Om deze reden heeft men ook aan de tegenovergestelde zijde van den grooten antieken schoorsteen, een luchtgat van de grootste soort verkozen. De justitie- en andere kamers van dit gebouw bevatten, de schilderijen eens ter zijde gesteld, voor den weetgierigen vreemdeling eigenlijk niets merkwaardigs. De groote zaal, waarop alle deuren uitgaan, bevat echter de afbeeldingen van 'de oude graven en gravinnen van Holland' Dan volgt een uitvoerige beschrijving van de gravenpor- tretten, de walvisbaard, de reus Klaas van Kieten en van zeemonsters die in Haarlem en Zandvoort zijn gesig naleerd. Over de zeemeerminnen geeft Cramer de merk waardige aantekening dat ruim drie jaar eerder: hier ook (maar dood) een zeemeerminnetje door een schip [is] aangebragt geworde, dat een particulier, aardigheids- halve, in een kastje tot zijnent ten toon gesteld heeft. Heel interessant, te meer daar het laatste, hier te zien, maar een zeer middelmatig mirakeltje van Sinesche zamenstelling was 3). En hij vervolgt zijn beschrijving van het Haarlemse stad huis: Thans hebben wij genoeg mirakelen geschetst, maar waar heen nu? Wij zijn nog de groote zaal van Haarlems raadhuis niet uit, al bezigden wij intermezzo's: wij moeten nog omhoog zien naar de genoegzaam verteerde vaandel- stokken, die daar prijken. Hoe gaarne had ik er mede eenige van die wapenen aangetroffen, waarmede Haar lems helden de Spanjaarden versloegen, en nog in aantal ter herinnering voorhanden moesten zijn; maar mijn oog zocht ze te vergeefs. Ik vroeg naar dezelve, maar mijn geleidster wist daar niets van. Hoe jammer! menschen, die den vreemdeling of weetgierigen landgenoot alles moesten aanduiden, wat zij met regt verlangden te zien, weten gewoonlijk niets. Zij wist mij echter te zeggen: dat in de zaal alwaar wij ons nu nog bevonden, bij voorkomende gelegenheid getrouwd en gepleit werd. Hiertoe was dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 144